Gedrag

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

WELKOM BIJ FOOD&HEALTH

1. Boek B op de hoek van je tafel

2. etui/pen op de hoek van de tafel 

3. telefoon pakken en LessonUp openen

4. Telefoon plat op de tafel!

Gedrag

Wat gaan we doen?

Herhaling vorige les.

Doelen:

1. Je kan beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat

2. Je kan beschrijven wat gedrag is

3. Je kan benoemen waardoor gedrag wordt bepaald

Wat is een lichamelijke ontwikkeling?

1. Verandert bouw van je lichaam
2. Verandering van gevoel, verstand
3. Dan leer je bepaalde bewegingen

Wat is een Geestelijke ontwikkeling?

1. Verandering gevoel, verstand en karakter
2. Het leren van bepaalde bewegingen

Motorische ontwikkeling

1. Verandering bouw van je lichaam
2. Het leren van bepaalde bewegingen

Welke leeftijd heb je in de levensfase van een baby?

Hoeveel levensfasen hebben we? Welke zijn dat?

Gedrag

Gedragsketen bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen

Prikkel en Respons

Prikkel :  een invloed van de omgeving op een organisme

inwendige prikkel= Honger is een prikkel die in het lichaam ontstaat

 

Uitwendige prikkel=  komt buiten van het lichaam neem je met je zintuigen waar > voorbeeld 'je ruikt versgebakken brood in de winkel'

Respons: een reactie op een prikkel

Je kan beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat

Een prikkel is een invloed van de omgeving op een organisme. 

Zintuigen reageren op

prikkels door impulsen naar de hersenen te sturen> een video op YouTube

Als je reageert op een prikkel, sturen

de hersenen impulsen naar de spieren>er goed voor zitten> kijken naar een video en erop klikken> bewuste reactie

Voorbeeld bewustwording prikkel en bewuste reactie

Wat is gedrag?

Gedrag wordt veroorzaakt door prikkels. De reactie hierop is een respons.

Motivatie = de bereidheid om te reageren op prikkels

 Voorbeeld: je hebt honger en reageert op de prikkel< (honger) en gaat eten het motiveert je om te eten.

Aangeboren gedrag en aangeleerd gedrag

Gedrag is voor een deel aangeboren en voor een deel aangeleerd. 

Voorbeeld: zoogdieren zuigen aan de tepel van de moeder = aangeboren, want de jongeren kunnen het meteen zonder dat zij het geleerd hebben.

Aangeleerd gedrag ontstaat door het leren. Voorbeeld: peuter leert met een lepel te eten.

Sociaal gedrag

Sociaal gedrag = Het gedrag van

soortgenoten naar elkaar.

Bij sociaal gedrag is een handeling

van een dier (of een mens) een prikkel voor een handeling van een soortgenoot. 

Voorbeeld: jij ziet een bekende op straat, hij steekt zijn hand op en jij zwaait terug

Signaal

Signaal : een prikkel of handeling bij sociaal gedrag

Mensen en dieren gebruiken signalen om met elkaar te communiceren.

Voorbeeld signalen bij mensen: lichaamshouding, gebaren en taal

Voorbeeld signalen bij dieren: kleur, geluiden of geur

Normen en waarden

Normen:  zijn gedragsregels 

Waarden:  zijn de dingen die mensen belangrijk vinden in het leven. Voorbeelden zijn

eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid en vrijheid.

Normen zijn gebaseerd op waarden > norm : 'je mag niet stelen is gebaseerd op de waarde 'eerlijkheid

Observatie en interpretatie

Observatie= het feitelijke gedrag wat je waarneemt, bijvoorbeeld iemand steekt zijn hand op.

Interpretatie = wat jij denkt dat dit gedrag betekent. De hond is blij, je kan ook zeggen: de hond probeert een vlieg te vangen.