§ 4.1 Hoe maak je dat?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

§ 4.1 Hoe maak je dat?

Les planning

Lesdoelen

Uitleg + interactieve vragen

Hebben we de lesdoelen behaald?

Aan de slag

Lesdoelen

In deze les leer je:

• Wat produceren is
  
• Wat een bedrijfskolom is
  
• Hoe bedrijven zorgen voor toegevoegde waarde
  
• Hoe je de productiekosten berekent
  
• Welke productiesectoren er zijn.

Wat weet jij van produceren?

Uitleg (theorie)

§ 4.1 Hoe maak je dat?

Produceren

Produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten.

De productie van goederen gebeurt stap voor stap, in fasen.

De eerste fase is de productie van grondstoffen. Die komen uit de natuur.

In de volgende productiefasen wordt de grondstof bewerkt tot eindproduct.

Bedrijfskolom

Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in de bedrijfskolom.

Het eerste bedrijf in de bedrijfskolom haalt grondstoffen uit de natuur.

De volgende bedrijven maken daar iets van.

Het laatste bedrijf levert het product aan de consument.

Toegevoegde waarde

Door het werk van ieder bedrijf wordt het product steeds een beetje meer waard. Dat noem je toegevoegde waarde.

Hallo!

De toets zal gaan over hoofdstuk 3 en 4.1 en 4.2

Dit door de lesuitval

4.3 en 4.4 hoef je dus niet te leren!!!!!!!!!!!!

Als je je poster nog wilt presenteren, stuur dan graag mij even een magisterbericht!

Productiefase 1

Graan produceren met behulp van de natuur

Toegevoegde waarde

De broodfabriek voegt € 0,65 waarde toe.

Toegevoegde waarde

De supermarkt voegt waarde toe door dienstverlening.

Consument

De consument betaalt de totale toegevoegde waarde.

De consument hoort dus niet bij de bedrijfskolom!
 

Productiekosten

Alle kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren zijn de productiekosten van dat bedrijf.

Bijvoorbeeld: grondstoffen, kosten voor het bedrijfspand, personeel en energie.

Er zijn 4 productiesectoren:

1. Primaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij.
2. Secundaire sector: industrie & bouw.
3. Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. winkels,)
4. Quartaire sector: niet-commerciële instellingen (bijv. scholen, brandweer)

LET OP! Verschil in begrippen.

productieSECTOREN (primaire, secundaire, tertiaire, quartaire)

SECTOREN in het mbo (groen, economie, zorg en welzijn, techniek)

productieFACTOREN (kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap) 

Rekenen

Kostprijs per product berekenen

Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten

Voorbeeld

Yara heeft 6 stoelen gemaakt. De productiekosten waren € 450.

De kostprijs per stoel is

€450 ÷ 6 = € 75

Wat hebben we geleerd?

Ik weet wat produceren is

Ja

Nee

Ik wil hier meer over weten

Ik weet wat een bedrijfskolom is

Ja

Nee

Ik wil hier meer over weten

Ik weet hoe bedrijven zorgen voor toegevoegde waarde

Ja

Nee

Ik wil hier meer over weten

Ik weet hoe je de productiekosten berekent

Ja

Nee

Ik wil hier meer over weten

Ik weet welke productiesectoren er zijn

Ja

Nee

Ik wil hier meer over weten

Aan de slag!

1. Opdracht bedrijfskolom
2. Opgaven in het portaal maken

Extra uitleg