Present Perfect

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Present perfect, over welke tijd gaat dat?
A
Verleden tijd
B
Als het in het verleden is gebeurd maar het effect nu nog merkbaar is
C
Tegenwoordige tijd
D
Toekomende tijd

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Het voltooid deelwoord in het Engels...
Het voltooid deelwoord maak je bij regelmatige werkwoorden door -ed achter het werkwoord te plakken. (walked)

Bij onregelmatige werkwoorden, pak je het derde woord uit het rijtje ( to break – broke – broken) .

Slide 4 - Slide

You _____ (to book) a flight to London.
A
booked
B
are booking
C
have booked
D
has booked

Slide 5 - Quiz

The teacher_____ (to lose) the keys, so she can't open the door.
A
lose
B
has lost
C
have lost
D
is losing

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Maak de zin ontkennend:
John has gone on a trip to the US

Slide 8 - Open question

Maak de zin vragend:
They have been to New York

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Emma ______ never _____ this film on TV. (2 antwoorden!)
A
Have
B
Has
C
seen
D
saw

Slide 11 - Quiz

______ you ______ a knife in the kitchen (2 antwoorden!)
A
Have
B
Has
C
dropped
D
dropping

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

For the last ten years, Jack and I ________ (play)
for the same hockey team every Saturday.

Slide 14 - Open question

She _________ here since 2010.

Slide 15 - Open question

Het maken van een present perfect bestaat uit 2 stappen. Wat is stap 1?

Slide 16 - Open question

Vaststellen of het have of has moet zijn
I - you - we - they = have
she (mother, teacher, sister) - he (father, brother) - it = has

Slide 17 - Slide

Het maken van een present perfect bestaat uit 2 stappen. Wat is stap 2?

Slide 18 - Open question

Juist, het voltooid deelwoord!
Maar... hoe maak je die in het Engels?

Slide 19 - Open question

Het voltooid deelwoord in het Engels...
Het voltooid deelwoord maak je bij regelmatige werkwoorden door -ed achter het werkwoord te plakken. (walked)

Bij onregelmatige werkwoorden, pak je het derde woord uit het rijtje (bijvoorbeeld broken bij to break – broke – broken) .

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken
Maak het oefenboekje!
Blader gerust nog terug door de LessonUp.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Ik begrijp de present perfect
Helemaal!
Een beetje
Ik denk het...
Niet echt
Helemaal niet

Slide 23 - Poll