Dilemma

DILEMMA
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

DILEMMA

Slide 1 - Slide


Wat is een dilemma?
A
een mening
B
een moeilijke keuze
C
een vraag
D
een stukje theorie

Slide 2 - Quiz

Om een goede keuze te kunnen maken, kijk je naar bepaalde normen. Wat zijn normen?
A
(gedrags)regels of afspraken
B
zaken die je belangrijk vindt.

Slide 3 - Quiz

Ook spelen waarden een belangrijke rol bij het maken van een keuze.
Wat zijn 'waarden'?
A
(gedrags)regels of afspraken
B
zaken die je belangrijk vindt.

Slide 4 - Quiz

Welke keuze maak je? 
In de volgende slides moet je steeds kiezen tussen twee aangename of onaangename keuzes. Welke kies jij?

Slide 5 - Slide

Onsterfelijk zijn of kunnen vliegen?
A
Onsterfelijk
B
Vliegen

Slide 6 - Quiz

Als je iets niet meer hoeft te doen..
Nooit meer eten of nooit meer slapen?
A
Nooit eten
B
Nooit slapen

Slide 7 - Quiz

Beroemd of onbekend zijn?
A
Beroemd
B
Onbekend

Slide 8 - Quiz

Geen vrienden of geen relatie?
A
Geen vrienden
B
Geen relatie

Slide 9 - Quiz

Liever kunnen zien of liever kunnen horen?
A
Zien
B
Horen

Slide 10 - Quiz

Nu enkele snelle dilemma's...

Slide 11 - Slide

Zomer of winter?
A
Zomer
B
Winter

Slide 12 - Quiz

Hond of kat?
A
Hond
B
Kat

Slide 13 - Quiz

Bad of douche?
A
Bad
B
Douche

Slide 14 - Quiz

Welness (spa) of sportschool?
A
Welness
B
Sportschool

Slide 15 - Quiz

Nieuwe kleding of nieuwe telefoon?
A
Nieuwe kleding
B
Nieuwe telefoon

Slide 16 - Quiz

Trein of vliegtuig?
A
Trein
B
Vliegtuig

Slide 17 - Quiz

Hamburger of pizza?
A
Hamburger
B
Pizza

Slide 18 - Quiz

Ochtend of avond?
A
Ochtend
B
Avond

Slide 19 - Quiz

Zoute of zoete popcorn?
A
Zout
B
Zoet

Slide 20 - Quiz

Stadsmens of dorpsmens?
A
Stad
B
Dorp

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide