B&F, Begrijpend lezen, week 3, B we schaken steeds vaker

1 / 33
next
Slide 1: Video
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6,7

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Schaken

Slide 2 - Slide

Schaken

Slide 3 - Mind map

Doel van de les
Strategie: Vragen stellen
Geheugensteuntje

Slide 4 - Slide

Uitleg: vragen stellen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Je hebt al naar de tekst gekeken. Welke vraag heb je voor het lezen?

Slide 7 - Open question

Inleiding
Printscreen inleiding

Slide 8 - Slide

Sleutelvraag: Waardoor is schaken de laatste tijd populairder geworden? Noem 2 oorzaken.

Slide 9 - Open question

Welke vraag kun je zelf verzinnen over deze tekst, waarvan het antwoord ook in de tekst te vinden is?

Slide 10 - Open question

In regel 4-5 staat: Hoe heeft ze het zover geschopt? Wat betekent 'het ver schoppen?'
A
Altijd geluk hebben zonder er iets voor te doen.
B
Geen succes hebben, niet veel bereiken in het leven.
C
Iets heel ver kunnen trappen of schieten.
D
Vooruit komen in het leven, iets bereiken.

Slide 11 - Quiz

Het schaakspel

Slide 12 - Slide

Sleutelvraag: Wat is het doel bij schaken?

Slide 13 - Open question

Welke vraag kun je zelf verzinnen over deze tekst, waarvan het antwoord ook in de tekst te vinden is?

Slide 14 - Open question

Welke vraag wordt in het stukje 'het schaakspel' beantwoord?
A
Hoe heten de stukken bij schaken?
B
Hoe kun je leren schaken?
C
Hoe wordt het schaakspel gespeeld?
D
Waar wordt het schaakspel gespeeld?

Slide 15 - Quiz

Denksport

Slide 16 - Slide

Sleutelvraag: Welke vaardigheden zijn belangrijk bij de denksport schaken? Noem er 3.

Slide 17 - Open question

Welke vraag kun je zelf verzinnen over deze tekst, waarvan het antwoord ook in de tekst te vinden is?

Slide 18 - Open question

In regel 14 staat: 'Het klinkt eenvoudig, maar het is best complex.' Wat betekent 'complex'?
A
Belangrijk
B
Bijzonder
C
Ingewikkeld
D
Simpel

Slide 19 - Quiz

The Queen's Gambit

Slide 20 - Slide

Sleutelvraag: Waaruit blijkt dat de serie The Queen's Gambit populair is?

Slide 21 - Open question

Welke vraag kun je zelf verzinnen over deze tekst, waarvan het antwoord ook in de tekst te vinden is?

Slide 22 - Open question

Nederlandse wereldkampioen

Slide 23 - Slide

Sleutelvraag: Wat is volgens Eline Roebers het belangrijkste wat je nodig hebt om een goede schaker te worden?

Slide 24 - Open question

In r. 27 staat: 'De 14-jarige Eline Roebers kent de serie natuurlijk'.
Kun je afleiden waarom hier het woord 'natuurlijk' is gebruikt?
A
Omdat ze een meisje van 14 is. Dan is het logisch dat je de serie gezien hebt.
B
Omdat ze heeft leren schaken van haar vader. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
C
Omdat ze uit Nederland komt. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
D
Omdat ze wereldkampioen schaken bij de jeugd is. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.

Slide 25 - Quiz

Slimmer?

Slide 26 - Slide

Sleutelvraag: Word je slimmer van schaken?

Slide 27 - Open question

Welke vraag kun je zelf verzinnen over deze tekst, waarvan het antwoord ook in de tekst te vinden is?

Slide 28 - Open question

Wat is waar volgens de tekst?
A
Alleen heel slimme mensen kunnen leren schaken.
B
Je kunt alleen goed leren schaken met een echt schaakbord, niet online.
C
Schaken is een sport die je alleen op jonge leeftijd kunt leren.
D
Schaken kun je leren als je veel oefent en goed leert nadenken.

Slide 29 - Quiz

Extra: weet je
hoe dit schaakstuk heet?
A
Koning
B
Loper
C
Pion
D
Paard

Slide 30 - Quiz

Extra: weet je
hoe dit schaakstuk heet?
A
Koning
B
Loper
C
Pion
D
Paard

Slide 31 - Quiz

Extra: weet je
hoe dit schaakstuk heet?
A
Koning
B
Loper
C
Pion
D
Paard

Slide 32 - Quiz

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll