Het verhaal van Sam

Het verhaal van Sam
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Nt2Hoger onderwijs

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Het verhaal van Sam

Slide 1 - Slide


Sam is thuis. 
Het is laat.
Bijna 12 uur 's nachts.
Sam kijkt tv. 
En drinkt een biertje. Morgen werkt Sam niet. Dus hij hoeft niet vroeg op te staan.
Hij kijkt naar een film.
En dan nog naar het nieuws.

Slide 2 - Slide

Op het nieuws ziet Sam de foto van een man. 
De politie zoekt de man.
Hij is gevaarlijk. 
Maar Sam kijkt niet goed. 
Hij is moe.
Hij zet de tv uit en gaat naar boven. 
Hij poetst zijn tanden.
En gaat slapen.

Slide 3 - Slide

Sam droomt. 
Hij droomt van zijn vriendin.
Haar naam is Sara.
Ze woont in een andere stad.
Ze is fotografe.
Sara is 24. Sam is 27.
Morgen ziet hij haar... misschien.
Want ze heeft het druk met haar werk.

Slide 4 - Slide

Sam wordt wakker.
Hij hoort iets.

De deurbel!
Hij kijkt op de klok.
Het is bijna 2 uur 's nachts.
Is er iets gebeurd?
Een ongeluk?
Met Sara?
Sam gaat naar beneden.

Slide 5 - Slide

Sam loopt naar de hal.
En doet het licht aan.
Hij kijkt door het raam.
Maar hij ziet niets.
Hij doet de deur open.
Sara...?
Maar er staat een man.
Dag meneer, zegt de man.
Mijn auto is kapot.
Kunt u mij helpen?

Slide 6 - Slide

Ik heb geen telefoon, zegt de man. Kan ik hier bellen?
Jazeker, zegt Sam.
Kom maar binnen.
De man komt binnen. 
Hij is groot. Misschien sterk.

Sam is wat bang.
Toch zegt hij: 
Daar staat de telefoon, meneer.

Slide 7 - Slide

De telefoon staat in de hal.
De man belt.
Wat zegt hij?
Sam hoort het niet.
De man praat zacht.
Sam gaat naar de keuken.
Misschien heeft de man dorst.

Sam neemt water uit de koelkast.
En twee glazen.

Slide 8 - Slide

Sam gaat naar de hal.
Waar is de man?
Sam ziet hem niet.
Het licht is uit.

Meneer? , zegt Sam.

Dan een arm rond Sams nek!
Laat me los!, roept Sam.
Hou je mond!, roept Sam.

Slide 9 - Slide

De man doet het licht aan.
En duwt Sam naar de woonkamer.
Zitten!, roept hij.
Sam gaat zitten.
Hij kijkt naar de man.
Dan ziet hij het, het is de man van het nieuws. De gevaarlijke man. Heb jij een auto?, vraagt de man. Ja, zegt Sam.

Slide 10 - Slide

Ik wil je auto, zegt de man.
En je geld.
Ik heb geen geld, zegt Sam.
Geen geld? Je liegt.
De man slaat Sam in zijn gezicht. Waar is het geld?

In mijn portemonnee, zegt Sam.
Daar...

Slide 11 - Slide

De portemonnee ligt op de kast. De man kijkt erin. 
40 euro... Is dat alles?, vraagt de man boos. Ja, ... echt, zegt Sam. Mmm ... Dan vraagt de man: Heb je ook iets te eten?
Ja, zegt Sam. In de keuken.
Goed, zegt de man.
Meekomen.

Slide 12 - Slide

Ze gaan naar de keuken.
De man neemt brood, kaas en melk. Hij gaat aan tafel zitten. En eet.

Dan zegt hij:  Ga zitten...
Sam gaat zitten.
Eet, zegt de man.  Ik heb geen honger, zegt Sam.
Eet!, roept de man.

Slide 13 - Slide

Sam heeft geen honger.
Maar hij eet toch.
De man lacht. Is het lekker?

Ja, zegt Sam.

Heb je ook een bier of whisky?, vraagt de man.
In de koelkast, zegt Sam. 

Slide 14 - Slide

De man neemt twee biertjes.
Kom, zegt hij.

Ze gaan weer naar de woonkamer. Ze gaan zitten.
De man geeft Sam een flesje bier. 
Proost!
Maar Sam drinkt niet.
Hij heeft geen dorst.

Slide 15 - Slide

Waarom drink je niet?, vraagt de man.
Ik heb geen dorst, zegt Sam.
Drink!, roept de man.
Oké, oké. Sam drinkt.
Er valt wat bier op zijn pyjama. 
De man lacht.
Ben jij soms een baby?
Sam antwoordt niet.
Ben jij een baby?, roept de man.

Slide 16 - Slide

Nee, zegt Sam.
Ik ben geen baby.
De man drinkt. Sam drinkt ook.
Hoe heet je? vraagt de man.

Sam ...

Samuel? Nee, zegt Sam. Gewoon Sam. Gewoon Sam, lacht de man.
Dat is een goede naam.

Slide 17 - Slide

Mijn naam is Jimmy, zegt de man. De politie zoekt mij.
Dat weet ik, zegt Sam.
Dat weet jij? , vraagt Jimmy.
Ja, het was op tv.
Zo, zo ... Jimmy drinkt zijn flesje leeg. En neemt een nieuwe uit de koelkast. Jij ook nog één?, vraagt Jimmy. 
Nee, dank je ..., zegt Sam.

Slide 18 - Slide

Woon je hier alleen?, vraagt Jimmy. Ja, zegt Sam.
Mooi huis ...
Maar wat is dat?

Jimmy wijst naar Sam. 
Naar de hand.

Dat is mijn ring, zegt Sam.
Afdoen!, roept Jimmy.

Slide 19 - Slide

Maar, ..., zegt Sam.
Jimmy slaat hem weer in het gezicht. Sam doet de ring af.
En geeft hem aan Jimmy.
De ring is een cadeau van Sara. Het is een dure ring.

Hij is van goud.
Jimmy gaat de hal weer in.
Hij gaat weer bellen.

Slide 20 - Slide


Sam is bang. Maar ook boos.
Op de kast staat een vaas.
Hij pakt de vaas.
En gaat achter de deur staan.
Jimmy komt binnen. 
Sam slaat hem met de vaas.

Jimmy valt.
Uit zijn hoofd komt bloed.

Slide 21 - Slide

Sam pakt zijn ring. 
En rent naar de hal. 
Hij belt de politie. Snel zegt hij zijn naam en zijn adres. 
Blijf kalm, meneer, zegt een agent. We komen meteen.

Snel!, roept Sam. 
Jimmy komt bij.
Hij staat op.

Slide 22 - Slide

Heeft Jimmy een pistool?
Of een mes?
Nee. Maar hij is sterk.
Sam is boos.
En ook bang.

Kom hier!, roept Jimmy.
Sam moet vechten.
Kom maar !, roept hij.

Slide 23 - Slide

Dan horen ze iets.
Een sirene. De politie!
Jimmy rent naar buiten.
Sam gaat op de trap zitten.
Hij is blij. Maar ook moe.

Een agent komt binnen.
Alles goed, meneer?, 
vraagt de agent.
Ja, zegt Sam.

Slide 24 - Slide

De volgende dag belt Sara.
Er is iets gebeurd, zegt Sam.

O lieve schat, zegt Sara.
Ik kom naar je toe.
Die week werkt Sara niet.
Ze blijft bij Sam.
En Sam vertelt zijn verhaal.
Eén keer, twee keer, drie keer ...

Slide 25 - Slide

Sam en Sara gaan naar zee.
Het is wat koud.
Maar toch mooi weer.
Ze wandelen en fietsen.
Daarna gaan ze eten in een restaurant.
Ze gaan ook naar een concert. Sara denkt niet aan haar werk. En Sam denkt niet aan Jimmy. Of toch ... een beetje.

Slide 26 - Slide