Skills 2.1.7

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Skills 2.1.7

PEG-sonde

1. Wat voor soort NMS is er bij mw geplaatst denk je? Onderbouw je antwoord.

2. In welke hersenhelft heeft het CVA plaatsgevonden. Geef uitleg waarom je dat denkt en onderbouw hoe je rekening moet houden met de gevolgen van het CVA bij mw Mondriaan bij het uitvoeren van de handelingen.

3. Er komt familie op bezoek en die heeft lekkere appelsap voor mevrouw meegenomen. Zij vragen aan jou of ze dat mag hebben. Wat is je antwoord? Leg uit waarom dit wel of niet mag.

1. Dit mag WEL.
2. Dit mag NIET.

4. Een mogelijke complicatie bij een NMS en sondevoeding is aspiratie. Wat kan het gevolg zijn van het aspireren van sondevoeding?

5. Hoe kun je aspireren voorkomen?

6. Wat is het verschil tussen polymere of monomere sondevoeding?

7. Wat voor sondevoeding (polymeer of monomeer) krijgt mw, waarom denk je dat?

1. Polymeer
2. Monomeer

8. Hoe kun je decubitus van de neusvleugel voorkomen? Wat doe je bij mw Mondriaan?

10. Hoe wordt een PEG sonde geplaatst? Kan een verpleegkundige dit uitvoeren? Leg uit.

9. Wat betekent het begrip PEG? Leg in je eigen woorden uit.

11. Hoe weet je of de PEG sonde nog op de juiste plaats zit? Hoe controleer je dit?

12. Hoeveel cc SV moet je mw via de PEG sonde per keer toedienen?

13. Wat is het verschil tussen een PEG-, een PEG-J-, een PEJ- en een PRG- sonde (ook wel een G-tube of gastrostomie sonde genoemd)?

14. Er kan ook een Button (Mic-Key) worden geplaatst, wat is het verschil met een ‘gewone’ PEG sonde? Benoem een voordeel en een nadeel van deze sonde.

15. Vijf dagen na de plaatsing van de PEG sonde geeft aan dat ze zo graag in bad wil. Mag dit? Leg uit.

1. Ja, dit mag WEL.
2. Nee, dit mag NIET.