spelling voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

wordwall.net

Het voltooid deelwoord

Schrijf twee dingen op waaraan je een volt. dw. kunt herkennen.

Iedereen gaat staan.

Ik wijs iemand aan die 1 ding noemt waaraan je een volt. dw. kunt herkennen.

Daarna een volgende leerling.

Zijn de 2 dingen die jij bedacht had genoemd, dan ga je zitten.

Voltooid deelwoord: kenmerken

1) Begint met voorvoegsel (ge-,be-,ont,ver).

2)Heeft altijd een hulpwerkwoord nodig.

3) Eindigt op T of D of (E)N.

4) Als zwak werkwoord eindigt op TE dan eindigt volt. dw. op T.

5) Als zwak werkwoord eindigt op DE dan eindigt volt. dw. op D.

6) Maak volt.dw.langer dan hoor je D of T.

7) Staat meestal achteraan in de zin.

8) Is geen persoonsvorm.

Kijk naar de volgende lijst- welke werkwoorden uit de lijst zijn voltooid deelwoorden? (En geschreven op de juiste manier)?

• Zijn
  
• Bedacht​
  
• Gelachen​
  
• Ontsnapd
  
• Verkocht​
  
• Geleest
  
• ​Uitgegeven
  

​

​

​

Welke woorden zijn voltooid deelwoorden?

Neem hele werkwoord - EN	verdelen verdeel
Kijk naar laatste letter	Verdee L
Staat die in xtc koffieshop of t (x) kofschip?	Nee
Nee	dan D- verdeeld
Ja	dan T bijv Onsnappen=ontsnapt

Schrijf een voltooid deelwoord foutloos!

 

• Werkwoorden met stam Z
• Verhuizen
• Stam          verhuiz
• Z niet in  t kofschip.
• Dus            D erachter.
• Maak ik-vorm: verhuis
• Zet D erachter.
•                    verhuisd

 

• Werkwoorden met stam V
• Erven
• Stam              erv
• V niet in t kofschip
• Dus                D erachter.
• Maak ik-vorm: erf
• Zet D erachter.
•                        geërfd

Net even anders

Persoonsvorm of voltooid deelwoord? 

Of allebei?

pv

ontkent

pv en voltooid dw

ontsnapt

onvoltooid dw

rennend

voltooid dw

gepraat

voltooid dw

verbeterd

pv

zijn

pv en voltooid dw

pv en voltooid dw

bedacht

verkocht

create.kahoot.it

https:

WatW

Wat ben je allemaal te weten gekomen over het voltooid deelwoord? Schrijf het op.

Kies hieronder het juist geschreven voltooid deelwoord.

Het huis is (bouwen).

1. gebouwt
2. gebouwd
3. gebouwen

Wij zijn (verhuizen) naar nummer 11.

1. verhuisd
2. verhuist
3. verhuizd
4. verhuizt

Kies hieronder het juist geschreven voltooid deelwoord

Ik heb me in mijn vinger (snijden).

1. gesnijd
2. besnijdt
3. gesneden
4. gesneed

Kies hieronder het juist geschreven voltooid deelwoord

De koffie is (malen).

1. gemaald
2. gemaalt
3. gemalen
4. gemaald

Kies hieronder het juist geschreven voltooid deelwoord

Wij zijn even naar huis (zijn).

1. gegaan
2. gelopen
3. waren
4. geweest