3.5 Het immuunsysteem

3.5 Het immuunsysteem
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.5 Het immuunsysteem

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Uitleg basisstof 5; immuunsysteem
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis

Slide 3 - Quiz

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 4 - Quiz

Welk onderdeel vervoert het urine naar de blaas?
A
Nierbekken
B
Urineleider
C
Urinebuis
D
Niermerg

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit werkt en hoe dat kan ontstaan. 
  • Je kunt beschrijven wat er aan de hand is bij een allergische reactie. 

Slide 6 - Slide

Lichaamsvreemd
Betekenis: stoffen die niet thuis horen in je lichaam.

Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
  • Met de huid
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
  • Met zoutzuur in maagsap.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Infectie
Stap 1: Opeten                                             Stap 2: antistoffen maken.
(langzame bestrijding).                          (snelle bestrijding)
               

Slide 9 - Slide

Antigenen en antistoffen
  • Cellen en virussen kunnen herkend worden door antigenen -> eiwit aan buitenkant cel.  
  • Witte bloedcellen herkennen lichaamsvreemde stoffen-> leert de antigenen kennen -> maken voor dat antigen een antistof.
  • Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Immuniteit
  • Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. 
  • Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken, je wordt zo immuun (kunt niet meer ziek worden).

Natuurlijke immuniteit 
  • ontstaat doordat je de ziekte zelf een keer doormaakt (bijv. waterpokken)

Slide 12 - Slide

Vaccinaties (kunstmatige immuniteit)
  • Een injectie die bestaat uit delen van een virus of bacterie of een verzwakte versie. 
  • Je lichaam wordt er niet of nauwelijks ziek door, maar je witte bloedcellen leren ze zo wel herkennen en onthouden!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Sommige virussen veranderen bijna nooit bijv. Pokken virus.
  • bescherming door vaccinatie is dan levenslang 

Sommige virussen veranderen helaas heel snel bijv. griepvirus

  • vaccinatie werkt niet / maar tijdelijk en dient jaarlijks herhaalt te worden met nieuwe varianten

Slide 15 - Slide

hoe werkt het coronavaccin?
Nieuwe techniek cel zo instrueren dat deze zelf het antigeen gaat maken: feitelijk gen therapie

Slide 16 - Slide

Allergie
  • een foutje in je immuunsysteem.
  • Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).
                                                                                                                       Anafylactische shock

Slide 17 - Slide

wat
Aan de slag met Thema 3 , Basisstof 5
maken: mavo opdr. 1 tm 3, 8 en 9 / havo 1 tm 3, 7, 8 en 9
Hoe
lees de tekst van basisstof 5 door 
Hulp
1) boek   3) docent
Tijd
tot 5 minuten voor het einde van de les. 
Klaar?
Maak zelf een samenvatting van BS 5 óf gebruik opdr. 4 hiervoor. 






Slide 18 - Slide

Op welke twee manieren kun je immuniteit krijgen? Leg beide manieren uit.

Slide 19 - Open question