kenmerken van transportmiddelen.

Transport en logistiek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Transport en logistiek

Slide 1 - Slide

op welke energiesoort/brandstof rijdt een vrachtauto?
A
op een chemische energiebron
B
op diesel
C
op gas
D
op olie

Slide 2 - Quiz

Een transportmiddel heeft minstens vier kenmerken:
A
instrumenten, laadruimte, motor, chauffeur.
B
Land, zee, lucht en medium
C
goederen, mensen, dieren en motor
D
Medium, stuur, laadruimte, energiebron

Slide 3 - Quiz

Transport over water.
  1. zeevaart
  2. binnenvaart

Slide 4 - Slide

Vervoer over zee:
Waar zitten de goederen in zodat ze makkelijk en in een grote hoeveelheid
op een schip kunnen
A
in kisten
B
in bakken
C
in containers
D
in grote dozen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

wat betekent het woord innovatief?
A
vernieuwend
B
goedkoper
C
sneller
D
duurder

Slide 7 - Quiz

hoeveel stuks bagage wordt er dagelijks gecontroleerd op Schiphol
A
1 miljoen stuks
B
100.000 stuks
C
tienduizenden stuks
D
200.000 stuks

Slide 8 - Quiz

met welke machine maken ze een 3D plaatje van de bagage?
A
met een MT scan
B
Met een WW scan
C
Met een radar
D
met een CT scan

Slide 9 - Quiz

wat is er naast de scanner nog meer bedacht?
A
een aparte rij voor mensen met een kleine tas
B
een robot
C
een zelfscan apparaat
D
verder niets

Slide 10 - Quiz

hoeveel % sneller gaat het voor de passagiers?
A
60%
B
15% a 20%
C
40 %
D
5%

Slide 11 - Quiz

wat bedoelt die man met preparatie van de bagage?
A
schoonmaken
B
rechtop houden
C
wordt niet gezegd
D
het voorbereiden, dat de mensen niet eerst alles uit hun tas moeten halen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Zit hier een gevaarlijke stof in?
Zo ja waar herken je dat aan?
A
aan de vorm van de flessen
B
aan het symbool, de rode ruit met vlam erop
C
aan de kleur van de oplegger
D
dat kun je niet zien

Slide 14 - Quiz

programma van eisen
transportmiddelen
drie woorden

Slide 15 - Mind map