Herhaling 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling HFD 1

Hoe is een atoom opgebouwd?

• Protonen
  
• Neutronen
• elektronen
• Als je het atoomnummer weet wat weet je dan nog meer?
• Hoeveel protonen er in de kern zitten.
• Hoe bereken je hoeveel neutronen er in de kern zitten?
• Massagetal - protonen = neutronen

Wat zijn de kenmerken van een metaal?

• Glimmend oppervlak
  
• Geleiden stroom en warmte goed
  
• Kunnen vervormd worden als ze heet zijn.
• Kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen

Hoe heet faseverandering van gas naar vloeibaar?

1. Rijpen
2. Sublimeren
3. Condenseren
4. Stollen

Hoe heet de faseovergang van gas naar vast?

1. sublimeren
2. rijpen
3. stollen
4. condenseren

Hoe heet de faseovergang van vast naar gas?

1. sublimeren
2. rijpen
3. stollen
4. condenseren

Zie je op het plaatje een
zuivere stof of een mengsel
en waarom?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Zie je op het plaatje een
zuivere stof of een mengsel
en waarom?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Is dit een R of S zin?
Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

1. R
2. S

Is dit een R of S zin?
Veroorzaakt brandwonden.

1. R
2. S

Is dit een H of P zin?
Verwijderd houden van warmte.

1. H
2. P

Is dit een R of S zin?
Giftig bij aanraking met de huid en bij opname door de mond.

1. R
2. S

Welke atomen hebben meestal de covalentie 2

1. H, F, C, Si
2. O, N, C
3. O, S, Se
4. H, F, O, S

Een koolstofatoom heeft het massagetal 12,01. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)

• protonen = 6
• neutronen 12 - 6 = 6
• elektronen = 6

• Een xenonatoom heeft het massagetal 131,3. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
• protonen = 54
• neutronen 131- 54 = 77
• elektronen = 54

• Een dobniumatoom heeft het massagetal 268. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
• protonen = 105
• neutronen 268 - 8 = 8
• elektronen = 8

• Een Radiumatoom heeft het massagetal 226. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
• protonen = 88
• neutronen 226 - 88 = 138
• elektronen = 88

• Een hassiumatoom heeft het massagetal 269. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
• protonen = 108
• neutronen 269 - 108 = 161
• elektronen = 108

3 type Bindingen

Metaal binding                     ion binding                 covalente binding          

• Een binding tussen twee niet-metaalatomen.
  
• Er wordt een gemeenschappelijk elektronenpaar gevormd.
  
• Het aantal atoombindingen dat een atoom kan aangaan met een ander atoom noemen we de covalentie van een atoom.
  

Deze moet je kennen!

tabel 1.43 van je boek

Wat is de covalentie van koolstof?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de covalentie van waterstof?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de covalentie van zuurstof?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de covalentie van stikstof?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De ladingen van ionen

• Metaalatomen kunnen elektronen afstaan aan niet-metaalatomen. 
• De metaalatomen worden dan positief geladen ionen. 
  
• De niet-metaalatomen kunnen de elektronen opnemen van de metaalatomen en worden dan negatief geladen ionen. 
  
• Want in beide gevallen verandert er niets aan het aantal protonen.
  

Natrium-ion en een chloride-ion

Ion- binding in een zout

• Een atoom wordt een ion als het elektronen opneemt of afstaat.
  
• Bij een ionbinding spreek je van valentie
  

Dit noem je een ionrooster.

Hoeveel protonen en elektronen heeft Ca²⁺? 

• Atoomnr. 20
  
• Dus 20 protonen
  
• 20 -+2 = 18 electronen
  

Hoeveel protonen en elektronen heeftt Fe³⁺? 

• Atoomnr. 26
  
• Dus 26 protonen
  
• 26 -+3 = 23 electronen
  

Hoeveel protonen en elektronen heeft Fe³⁺? 

• Atoomnr. 26
  
• Dus 26 protonen
  
• 26 -+3 = 23 electronen
  

Hoeveel protonen en elektronen?

Baruim²⁺

cadmium²⁺

stikstof³-

hafnium⁴⁺

goud3+

seleen2-

• 56 protonen en 54 elektronenc2
  
• 48 protonen en 46 elektronen2
  
• 7 protonen en 10 elektronenc2
  
• 72 protonen en 68 elektronenv2
  
• 79 protonen en 76 elektronenc2
  
• 34 protonen en 36 elektronen
  

protonen en elektronen2

Hoe heet de binding tussen de deeltjes in een zout? Dus met een metaal en een niet metaal atoom.

1. zoutbinding
2. vanderwaalsbinding
3. atoombinding
4. ionbinding

molecuulformule

structuurformule

Teken de volgende structuurformule 

CH₄

C₂H₆

NH₃

Schrijf de molecuulformule op.

Een bekerglas is gevuld met 200 ml van een vloeistof. Het bekerglas zonder vloeistof weegt 100 gram en met vloeistof 244g. Bereken de dichtheid van de vloeistof in g/cm³. Welke vloeistof is dit?

• Gegeven:  v =200 ml = 200cm³    m = 244 - 100 = 144g
  
• Gevraagd : ρ  in g/cm³
  
• Uitwerking: ρ = m/v
  
•                           ρ = 144 / 200
•                           ρ = 0,72 g/cm³
•                           benzine

Een bekerglas is gevuld met een vloeistof met een dichtheid van 1,5 g/cm³. Het bekerglas zonder vloeistof weegt 100 gram en met vloeistof 340 gram. Bereken het volume van de vloeistof in het bekerglas in ml.

• Gegeven:      ρ = 1,5 g/cm³        m = 340 - 100 = 240g 
  
• Gevraagd : v in ml
  
• Uitwerking: ρ = m/v 
  
•                           1,5 = 240 / v
•                           240 / 1,5 =
  
•                           v = 160 cm³
  
•                            v = 160 ml    v = 1,6 ∙ 10ˉ² ml

Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm is gemaakt van een materiaal met een dichtheid van 3,4 g/cm³. Bereken de massa van het blokje.

• Gegeven: ρ = 3,4 g/cm³      v = 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 = 48,0cm³
• Gevraagd : m in g
• Uitwerking: ρ = m/v
  
•                           3,4 = m/ 48,0
  
•                           m = 3,4 ∙ 48,0
•                           m = 163,2 cm³
  
•                            m = 1,6 ∙ 10² cmˉ³
  

Huiswerk

Maken opdr. 49 t/m 55 + 60