herhalen basisstof 5 tot met 7

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Door welk proces worden dochtercellen na een celdeling even groot als de moedercel?

Slide 5 - Open question

Waarom doen cellen delen?
A
om oude (dode) cellen te vervangen en om te kunnen groeien.
B
om oude (dode) cellen te vervangen
C
om zo meer cellen te krijgen
D
om te kunnen groeien

Slide 6 - Quiz

vul in wat er op de puntjes moet staan. Uit een moedercel ontstaan er .. dochtercellen.

Slide 7 - Open question

Welke uitspraak is niet waar?
A
Embryonale stamcellen kunnen verschillende typen cellen ontstaan.
B
Stamcellen zorgen voor groei en herstel.
C
De meeste stamcellen kunnen zich na deling alleen specialiseren tot cellen van het orgaan waarin ze voorkomen.
D
Lichaamscellen kunnen zich oneindig delen.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Juiste volgorde van klein naar groot.
Nummer 1 is het kleinst en nummer 5 is het grootst.
1
2
3
4
5
organisme
orgaanstelsel
orgaan
weefsel
cellen

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is een weefsel?

Slide 18 - Open question

Geef twee voorbeelden van weefsels bij planten.

Slide 19 - Open question

Hoe heet dit deel?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Vertonen eencellige alle levenskermerken?
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Een amoebe kan steeds van vorm veranderen. Het cytoplasma kan in één richting stromen en vormt dan uitsteeksels. Hoe noem je zo'n uitsteeksel?
A
trilhaartje
B
stekel
C
schijnvoetje
D
vacuole

Slide 30 - Quiz

Wat zit er aan de celmembraan van een pantoffeldiertje, waarmee die zich kan voortbewegen?

Slide 31 - Open question

Waarmee poepen pantoffeldiertjes hun onverteerde resten mee uit?
A
celmond
B
celmembraan
C
celanus
D
voedingsvacuole

Slide 32 - Quiz