j3ns1 - Herhaling 6.1 t/m 6.3

Is er vandaag een hoge of lage luchtdruk? Leg uit
1 / 18
next
Slide 1: Open question
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Is er vandaag een hoge of lage luchtdruk? Leg uit

Slide 1 - Open question

Programma en lesdoelen
Programma
- Herhaling 6.1 t/m  6.3 (klassikaal)
- "Toets"

Lesdoel
- Je hebt je kennis over temperatuur, luchtdruk en neerslag opgefrist en verstevigd

Slide 2 - Slide

150 graden Celsius = ...... K
A
423
B
-123

Slide 3 - Quiz

Luchtdruk
Luchtdruk is een kracht (van de lucht) die op een oppervlak werkt. 

Eenheden
N/m2 = Pascal (Pa)
100 Pa = hPa

Slide 4 - Slide

Luchtdruk
Je meet de luchtdruk met een barometer. 


Slide 5 - Slide

Werking barometer
  • In het witte metalen doosje is een erg lage luchtdruk
  • Het doosje wordt door luchtdruk meer of minder ingedrukt
  • Door de verbinding aan het tandwiel, verplaatst de meter zich 

Slide 6 - Slide

Hoge en lage druk
  • De luchdruk ligt onder normale omstandigheden ergens tussen 980 hPa en 1030 hPa
  • Vuistregel: Hoge druk > 1000 hPa, Lage druk < 1000 hPa
  • De lijnen zijn isobaren, deze verbinden plekken met dezelfde luchtdruk
  • Isobaren dicht bij elkaar: waaien of stormen


Slide 7 - Slide

Wat zijn isobaren?
A
Gebied waarin de luchtdruk hoger is dan erbuiten.
B
Gebied waarin de luchtdruk lager is dan erbuiten.
C
Lijnen die plaatsen met dezelfde druk met elkaar verbinden.
D
De richting waar de wind vandaan komt.

Slide 8 - Quiz

Als de isobaren dicht op elkaar liggen dan:
A
Waait het zacht
B
Waait het hard
C
Is er een laag drukgebied
D
Is er een hoog drukgebied

Slide 9 - Quiz

Het is winter en de wind komt uit het oosten. Wat voor een weer is het?
A
Grijs en regen
B
Zonnig en warm
C
Zonnig en koud
D
Heel wisselvallig

Slide 10 - Quiz

Faseovergangen

Slide 11 - Slide

Rijp
Mist
Sneeuw
Dauw

Slide 12 - Drag question

Smelten
Verdampen
Stollen
Condenseren

Slide 13 - Drag question

Hoe onstaat een wolk?
Dauwpunt = de temperatuur waarbij
waterdamp begint te condenseren. 

Er ontstaan waterdruppeltjes, zo
ontstaat een wolk

Slide 14 - Slide

Waaruit bestaat een wolk?
A
Waterdamp
B
Druppels water
C
Waterdamp én waterdruppels
D
waterdruppels en ijskristallen

Slide 15 - Quiz

"Toets" 
Ga naar www.socrative.com
Roomname = NASKOPDAM

Ronde 1: Zonder boek
Ronde 2: Met boek
Ga door tot je een 10 hebt!
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Hoe goed beheers je de lesstof?
010

Slide 17 - Poll

Afsluiten

Lesdoel
Je hebt je kennis over temperatuur, luchtdruk en neerslag opgefrist en verstevigd

Slide 18 - Slide