6.5 aanpassingen bij planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 6. Ecologie

6.5 aanpassingen bij planten

Wat gaan we deze les doen

- Herhaling 6.4

- Uitleg 6.5

- Aan de slag + hoofdstuk afronden

Dit is een

1. Teenganger
2. topganger
3. zoolganger

Is een geit een hoefganger, teenganger of een topganger?

1. Hoefganger
2. Teenganger
3. zoolganger

Een varken is een

1. Topganger
2. Zoolganger
3. Teenganger

Een paard is een...

1. zoolganger
2. topganger
3. teenganger

Welke vogels hebben zeer lange poten?

1. Zangvogels
2. Roofvogels
3. Steltlopers

In afbeelding 5 zijn vier poten van vogels getekend.

Welke poot is afkomstig van een loopvogel?

1. Poot 1
2. Poot 2
3. Poot 3
4. Poot 4

Welke snavel zie je?

1. Kegelsnavel
2. Pincetsnavel
3. Priemsnavel
4. Zeefsnavel

Dit is een voorbeeld van:

1. zeefsnavel
2. pincetsnavel
3. haaksnavel
4. kegelsnavel

Welke snavel zie je?

1. Kegelsnavel
2. Pincetsnavel
3. Haaksnavel
4. Zeefsnavel

Een watervogel heeft zwemvliezen en een kegelsnavel.

1. Juist
2. Onjuist

Aanpassingen bij planten

Aanpassingen aan het licht

• zonplanten; veel zon nodig. In open veld of woestijn
• schaduwplanten; groeien onder bomen                                                           voorbeeld voorjaarsbloeiers -> groen alleen als bomen nog geen blad hebben

Aanpassingen aan de droogte

Planten kunnen ook aanpassingen hebben om uitdroging tegen te gaan.

Bladeren

- groot plat = veel fotosynthese +

veel verdamping

- klein dik blad = minder fotosyntese +

houden vocht beter vast

Aanpassing waterplanten

- blad drijft op het water

- stengels slap met lucht-

kanalen

Door luchtkanalen zuurstof

van blad naar wortels

Hoe verspreiden planten hun zaden?

• Door dieren; eetbare vruchten of kleverige vruchten
• Door de plant zelf; de vruchten knappen open
• Door de wind; de vruchten en zaden zijn licht en hebben aanpassingen waardoor ze door de lucht blijven zweven

Aan de slag

6.5 opdracht 20 t/m 22

blz 48, 49 werkboek