Taaltest week 10

Taaltest
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taaltest

Slide 1 - Slide

https://www.plusonline.nl/digitaal/plus-taaltest
1) Bij ........  ijzerhandel verkopen ze ook gereedschap.

A
Piets
B
Piet's

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

2) Met dit rustige, warme weer wordt hier veel ........ .
A
gezweefvliegd
B
gezweefvlogen
C
zweefgevlogen
D
zweefgevliegde

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

3) De politie heeft de ........  inbreker te pakken gekregen.

A
gevluchte
B
gevluchtte

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

4) Het grootste ........  vind je in Borger.
A
hunnebed
B
hunebed

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

5) Mijn tante schrijft een wekelijkse ........  in een damesblad.
A
collem
B
collumn
C
kollum
D
column

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

6) In deze soap wordt ........  gemaakt voor frisdranken en kauwgom
A
sluikreklame
B
sluipreclame
C
sluipreklame
D
sluikreclame

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

7) In het restaurant zaten een sjofele jongen en een ........  meisje.
A
chic
B
chique
C
sjiek
D
chick

Slide 8 - Quiz

Het woord dat klinkt als 'sjiek' en modieus of deftig betekent, schrijf je als 'chic'. Als het klinkt als 'sjieke', schrijf je 'chique'. Bijvoorbeeld: een chique dame. Het woord 'sjiek' bestaat ook, maar betekent 'pruimtabak', 'kauwgom' of 'sikkepit' (geen sjiek waard zijn).
8) ........  werknemers verlangen dagelijks naar hun pensioen.
A
65 jarige
B
65 Jarige
C
65-Jarige
D
65-jarig

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

9) Brood van de warme bakker vind ik vaak lekkerder dan ........  van de supermarkt.

A
dat
B
die

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

10) Je kunt de cakevorm invetten met vloeibare ........ .

A
bak en braadboter
B
bak- en braadboter
C
bak-en-braadboter
D
bak en -braadboter

Slide 11 - Quiz

De combinatie van woorden is in z'n geheel één begrip. Dan worden alle woorden met koppeltekens verbonden, zoals 'jip-en-janneketaal'.
 
'Bak-en-braadboter' is boter voor bakken en braden.
Het gaat hier niet over twee soorten boter (bakboter en braadboter). Dan zou je 'bak- en braadboter' schrijven