AGAA C1 week 6: medicatiebewaking

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Wat de begrippen: normdosis, maximale dosis, toxische dosis en letale dosis inhouden;
  • Wat de begrippen: interactie, dubbelmedicatie, prseudodubbelmedicatie, contra - indicatie, allergie en intolerantie inhouden;
  • Hoe je de voorgeschreven dosering kan controleren met behulp van de meest gebruikte naslagwerken (Informatorium en Farmacotherapeutisch Kompas);
  • Wat je moet doen als de voorgeschreven dosering afwijkt van de normdosering;
  • Wat interacties tussen geneesmiddelen zijn;
  • Welke oorzaken er kunnen zijn van interacties;
  • Welke gevolgen interacties kunnen hebben voor de patiënt;
  • Wat relatieve en absolute contra - indicaties zijn;
  • Wat het verschil is tussen een intolerantie en een allergie;
  • Welke eisen er gesteld worden aan een goed recept;
  • Wie recepten voor mag schrijven;

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Geneesmiddelkennis ApothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Wat de begrippen: normdosis, maximale dosis, toxische dosis en letale dosis inhouden;
  • Wat de begrippen: interactie, dubbelmedicatie, prseudodubbelmedicatie, contra - indicatie, allergie en intolerantie inhouden;
  • Hoe je de voorgeschreven dosering kan controleren met behulp van de meest gebruikte naslagwerken (Informatorium en Farmacotherapeutisch Kompas);
  • Wat je moet doen als de voorgeschreven dosering afwijkt van de normdosering;
  • Wat interacties tussen geneesmiddelen zijn;
  • Welke oorzaken er kunnen zijn van interacties;
  • Welke gevolgen interacties kunnen hebben voor de patiënt;
  • Wat relatieve en absolute contra - indicaties zijn;
  • Wat het verschil is tussen een intolerantie en een allergie;
  • Welke eisen er gesteld worden aan een goed recept;
  • Wie recepten voor mag schrijven;

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • De dosering van een voorgeschreven geneesmiddel controleren;
  • Een interactie, contra - indicatie en doseringsafwijking, (pseudo)dubbelmedicatie op de juiste wijze signaleren en afhandelen;
  • De rechtmatigheid van een recept beoordelen en bij afwijkingen op de juiste wijze handelen;

Slide 2 - Slide

Welke gegeven van de patiënt moeten verplicht op een gewoon recept staan?

Slide 3 - Open question

Wat wil je nog meer weten van de patiënt?

Slide 4 - Open question

Welke gegevens over het geneesmiddel moeten op het recept staan?

Slide 5 - Open question

welk gebruik is juist volgens het antwoord van de vorige vraag?
A
gebruik volgens bijsluiter
B
zo nodig 1 tablet volgens arts
C
bij klachten zo nodig 1 tablet
D
vandaag 6 tabletten na 14 dagen nogmaals 6

Slide 6 - Quiz

Welke gegevens van de arts moeten op het recept staan?

Slide 7 - Open question

noem zes verschillende personen die mogen voorschrijven

Slide 8 - Open question

wie mogen van deze zes mensen zelfstandig voorschrijven?

Slide 9 - Open question

Je ontvangt van de verloskundige de volgende recepten.
welke mag niet worden afgeleverd?
A
Mirena spiraal (anticonceptie)
B
diclofenac
C
vitamine k druppels
D
hepatitis B immuunglobuline

Slide 10 - Quiz

bekijk de volgende dia om de
vragen daarna te beantwoorden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je krijgt een recept voor ranitidinedrank waarin propyleenglycol zit. Het kind is 2 jaar oud. Wat doe je?

Slide 13 - Open question

Mevrouw Jansen is zwanger. Dit is een:
A
contra - indicatie
B
dubbelmedicatie
C
interactie
D
intolerantie

Slide 14 - Quiz

ijzertabletten mogen niet tegelijk ingenomen worden met levothyroxinetabletten. Dit is een:
A
contra - indicatie
B
dubbelmedicatie
C
interactie
D
intolerantie

Slide 15 - Quiz

Mevrouw Pietersen kreeg een opgezette keel en werd erg benauwd binnen een uur na het innemen van een tablet knalapril. Zij moest met spoed naar het ziekenhuis. Dit is een
A
allergie
B
contra indicatie
C
interactie
D
intolerantie

Slide 16 - Quiz

De heer de Groot krijgt diclofenac tabletten 50 mg samen met zetpillen 100 mg. Dit is een
A
allergie
B
dubbelmedicatie
C
interactie
D
pseudo dubbelmedicatie

Slide 17 - Quiz

De heer De Groot krijgt ook: fentanylpleisters en oxycodone, beide opiaten voor pijnstilling. Dit is een
A
contra - indicatie
B
dubbelmedicatie
C
interactie
D
pseudo-dubbelmedicatie

Slide 18 - Quiz

A
B
C
D
X
Welke omschrijving hoort bij welke categorie?
Schade is mogelijk, maar omkeerbaar
Er is weinig ervaring met deze geneesmiddelen.

Er is veel ervaring met deze middelen en er is geen schadelijk effect gevonden.
Geneesmiddelen die schade aan het ongeboren kind kunnen veroorzaken, bewezen teratogeen.

Geneesmiddelen die zeer vaak ernstigeschade aan het ongeboren kind kunnen veroorzaken, bewezen teratogeen. Verboden tijdens zwangerschap.

Slide 19 - Drag question

Wat is jouw advies als een vrouw borstvoeding gebruikt en kortdurend een geneesmiddel moet gebruiken dat schadelijk is voor het kind?

Slide 20 - Open question

Hoe handel je de interactie tussen de volgende middelen af; ’s morgens een tablet levothyroxine en ’s avonds een kalktablet (bevat calcium) waarbij de computer meldt dat de kalktablet de opname van levothyroxine vermindert en waarom doe je dat zo?

Slide 21 - Open question

Hoe handel je de interactie tussen de volgende middelen af: 3 maal daags carbamazepine 400 mg en 1 maal daags ethinylestradiol – levonorgestrel 1 maal daag 1, waarbij de melden verschijnt dat de werking van het laatste middel afneemt, en waarom?

Slide 22 - Open question

Een andere zwangere krijgt een middel voorgeschreven waarbij niet bekend is of dat gebruikt kan worden in de zwangerschap. Ook in het Informatorium en het Farmacotherapeutisch Kompas staat geen duidelijke informatie. Waar kan je hierover de juiste informatie vinden?

Slide 23 - Open question

Volgens de computer komt iemand te vroeg terug. Wat kan hier aan de hand zijn? Noem minimaal drie zaken.

Slide 24 - Open question

Wie is verantwoordelijk voor de juiste dosering: de arts of de apotheker?

Slide 25 - Open question

Bij welke categorie patiënten registreer je handmatig de dosiscontrole op het recept?

Slide 26 - Open question

Bekijk de volgende twee recepten
  1. mag de voorschrijver dit voorschrijven?
  2. voldoet het recept aan de eisen van de Wet?
Antwoorden na de volgende dia

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Antwoorden recept C
verloskundige mag geen diazeem voorschrijven;
hoeveel is 1 fles/ hoeveelheid ontbreekt;
hoeveel zetpillen moeten er geleverd worden?

N.B. door de aanduiding FNA is de samenstelling van de ferrofumaraatsuspensie bekend.

Slide 29 - Slide

Antwoorden recept D
gebruik Pollinex niet duidelijk
paraaf / ondertekening ontbreekt

een homeopathisch arts (!) is arts en mag dus alles voorschrijven.

Slide 30 - Slide