Herhaling Hoofdstuk 4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Tekst

Hoofdstuk 4, paragraaf 5

Feit of mening?

Wat gaan wij doen vandaag?

• Wat heb je nodig?
• Quiz

Bron 1: Stakende arbeiders in België eind 19de eeuw. Zij wilden hun omstandigheden verbeteren.

Wat heb je nodig?

*Laptop

*Geduld

*Beantwoord de vragen zoals je op de toets ook zou doen

Welke uitspraak past NIET bij industrialisatie

1. De opkomst van de eerste fabrieken
2. Industrialisatie begon in de textielnijverheid
3. Ondernemers schakelen boeren in om extra kleding te maken
4. Door de industrialisatie verdween huisnijverheid

Welke begrip past het beste bij deze bron?

1. Infrastructuur
2. Industrialisatie
3. Moderne tijd
4. Industriële revolutie

Oorzaak industrialisatie

Gevolg industrialisatie

De landbouw kon efficiënter produceren

Uitvinders probeerden betere machines te ontwikkelen.

De vraag naar kleding steeg.

Wat kan je over de werkomstandigheden van arbeiders zeggen aan de hand van de vorige bron?

Bron: 

Tekening van Albert Hahn (1905). De fabrikant lacht: ‘Zo gaat het goed!’

Wat kan je zeggen over de arbeidsomstandigheden aan de hand van deze bron? Leg dit uit aan de hand van een beeldkenmerk op de bron.

Ondernemersklasse

Middenklasse

Arbeidersklasse

Er is een verschil tussen de standensamenleving en de klassenmaatschappij? Leg uit.

Jetje doet de uitspraak: ''Voor 1848 was Nederland al een parlementaire democratie.'' Leg uit dat Jetje ongelijk heeft.

Welke economische en politiek idealen hadden de liberalen NIET.

1. De idealen van de Franse Revolutie hangen de liberalen aan
2. Alle mannen met bezit moeten inspraak hebben in het bestuur
3. De overheid moet zich niet zo veel bemoeien met de economie
4. Met sociale wetten moet de overheid de sociale kwestie oplossen

Sociaaldemocraten

Communisme

Klassenstrijd

Sociale wet

Vakbond

Welke voordelen heeft een vakbond? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

1. Vakbonden bouwde nieuwe en betere huizen voor arbeiders
2. In een vakbond stond je sterker tegenover de fabriekseigenaar
3. Via stakingen kan je de fabriekseigenaar onder druk zetten
4. Vakbonden werden gesteund door de machthebbers

Leertijd

Je krijgt twee opties:

Optie 1.

Zelf voorbereiden voor de PWW.

*leren

*samenvatten

*test jezelf

-Rustig overleggen s.v.p. 

Optie 2.

Meedoen verlengde instructie over:

Paragraaf 1 +2.