6.4: De ontdekkingsreizen (2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

6.4: Ontdekkingsreizen (2)

Deze les:

• herhaling vorige lessen
• Uitleg 6.4
• Aan de slag: Lezen en markeren 6.4
• Aan de slag: Maken paragraaftoets

Aan het einde van deze les:

... Heb je laten zien wat je nog weet over de vorige lessen.

... Heb je geleerd hoe ontdekkingsreizigers op zoek gingen naar andere handelsroutes over zee.

... Kun je uitleg

... weet je waarom kolonisten zich gingen vestigen en er kolonies ontstonden.

.... kun je uitleggen wat driehoekshandel is en wat dit met slavenhandel te maken had.

Hoe ontstond de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden:

1566: Beeldenstorm

1568: Willem van Oranje valt de Nederlanden binnen.

1572: Willem valt opnieuw binnen.

1574: Alva verlaat de Nederlanden.

1579: Unie van Utrecht

1581: Acte van Verlatinghe

1584: Moord op Willem van Oranje

1588: Republiek der Zeven verenigde Nederlanden

1609 - 1621: Twaalfjarig bestand

1648 : Vrede van Munster

6.4: De ontdekkingsreizen

In deze paragraaf leer je:

• hoe en waarom Europeanen naar Afrika en Zuid- en Oost-Azië begonnen te reizen
  
•  hoe en waarom Europeanen grote delen van Amerika veroverden
  
•  hoe Europeanen begonnen met slavernij in Amerika
  
• welke plaats de slavenhandel had in de handel tussen werelddelen
  
  Kenmerkend aspect: het begin van de overzeese Europese expansie
  

Vasco da Gama:

• Portugees
• bereikt als eerste Europeaan Indië (India) via de zee.
• Producten worden in Europa verkocht met winst. Portugezen zijn de enigen die van deze route gebruik mogen maken.

Handel in specerijen:

• Vanaf de tijd van de kruistochten (tijd van steden en staten) handelden Zuid-Europese handelaren met Arabieren in specerijen.
  
• Specerijen kwamen uit Zuid-Oost Azië, Europeanen noemen dit Indië.
  
• Door tussenhandel zijn specerijen erg duur.

Columbus:

• op zoek naar een andere zeeweg naar Indië.
• Dacht Indië ontdekt te hebben en noemt de inheemse bevolking indianen.
• Nieuw continent --> Amerika

Overheersers:

• jacht op goud
• grote gebieden veroveren
• ziekten: pokken en Griep
• veel slachtoffers onder de Aztecen en Inca's

Kolonies en slaven:

• Missionarissen en kolonisten naar Amerika
• Indianen worden gedwongen om christen te worden.
• Indianen als slaaf in goud- en zilvermijnen en op plantages.
• Indianen zijn hier niet geschikt voor , daarom slaven halen uit Afrika.
• trans- Atlantische slavenhandel.

Driehoekshandel:

• Europeanen gaan met geweren, textiel, glas, sieraden en drank naar Afrika om te ruilen tegen slaven.
• Slaven van Afrika naar Amerika om daar verkocht te worden.
• In Amerika worden de slaven verkocht, van de opbrengst worden suiker en andere plantage goederen gekocht en deze producten gaan weer naar Europa

Driehoekshandel

1. Europese schepen varen met geweren, textiel, glas, sierraden en drank naar Afrika
2.  van Afrika worden slaven vervoerd naar Amerika en verkocht.
3. in Amerika worden suiker en andere plantageproducten gekocht en verscheept naar  Europa.

Gebondenheid aan tijd en plaats?

Aan de slag:

• Lezen en markeren paragraaf 6.4 
• Maken paragraaftoets (zie SOM)