H3d - Periode 1 - Buen Viaje les 2 - KOL (13-10-2022)

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Slide

El programa de hoy
DEBERES (10m)
GRAMÁTICA (15m)
       - 1) Las preposiciones 
       - 2) ir a + infinitivo, 
       - Practicar
EL CLIMA en Méjico, p.16-17 (15m)
LA EXCURSIÓN (15m)
 DIARIO + Deberes y evaluación (5m)

Slide 2 - Slide

Información práctica

Toetsweek: Toets Buen Viaje + aanvulling

Boekje 'Buen viaje': moet compleet zijn

Portfolio: 
        Tarea 1: Organizar una excursión a una isla hispanohablante (muurposter)
        Tarea 2: Hablar sobre las excursiones en la feria de vacaciones (vakantiebeurs, vgl. taaldorp)

SAMEN LEZEN p. 39 -> preguntas?

Slide 3 - Slide

Los deberes fueron:
leren: 
vocab tema 6 rechterkolom in beide richtingen  -> vandaag ook de linkerkolom
por/para uit Paso adelante p.97 -> wie legt uit?

(af)maken:
p.15 (beschrijf kleding),  p.18 (viajes), p.20 (por para)
Nadenken over groepsindeling PO en voorkeuren Spaanstalig eiland 
Antwoorden Buen Viaje (google drive)

Slide 4 - Slide

15m - GRAMATICA: Las preposiciones ‘en’ y ‘a’
HACER:
1. Vídeo: wat is het verschil tussen ‘en’ en ‘a’?
2. Ga nu naar Paso adelante en bestudeer ook de overige voorbeelden, p.97 ‘en’ en ‘a’. Leer uit het hoofd.












Slide 5 - Slide

La preposiciones ‘de’ y ‘con’
‘de’ = van
‘con’ = met

Te acuerdas de las otras preposiciones?
por
para
en
a

Slide 6 - Slide

Gramática: ir a + infinitivo
ir = gaan     (vervoeging: voy, vas, va, vamos, vais, van)
ir a + plaats = gaan naar .....
Ejemplo:  (Yo) voy a la escuela = Ik ga naar school.

MAAR: ‘ir a + infinitivo (hele werkwoord)’ wil zeggen dat je iets gaat doen of dat iets gaat gebeuren (in de toekomende tijd).
Ejemplo:  María va a comer patatas = María gaat patat eten.
                                                                       LET OP: In het Spaans staan de werkwoorden bij elkaar.

Lees het na in Paso adelante p. 103.

Slide 7 - Slide

10m - Practicar
HACER:
  • p.21 oef 13c+ 14 (voorzetsels)
  • p. 23: Lees oef 26a, maak oef 26bc 

Klaar? Maak p.22 (voorzetsels) + maak p.23-24 oef 27 (ir a + infinitivo)


TIP: 
zoek onbekende woorden op achterin PA3 of in het woordenboek
timer
6:00

Slide 8 - Slide

10m - El clima: las previsiones del tiempo, p.16-17
ESTUDIAR: p.16 
HACER: p.17, ej. 13 + 14

Slide 9 - Slide

10m - Tarea: Excursión a una isla
1. Je gaat in groepjes een excursie bedenken naar een Spaanstalig eiland. Hoe kun je daar in het Spaans over vertellen? -> p.7 Como describir... 

2. Explicación de la tarea práctica ’La excursión’ (slide 20-28)

3. Grupos + islas

4. Maak taakverdeling en zoek info zodra je je eiland weet



AYUDA? Uitleg + voorbeelden op p.40-42

Slide 10 - Slide

Groepjes
Puerto Rico
Noah
Sebastian
Jayda
Lien
Robin
Gran Canaria
Tom
Jayden
Hugo
Felbe
Aaron
Ibiza
Ebele
Ana
Maelynn
Lex
Willemijn
Mallorca
Laura
Alain
Niels
Mayowa
Cuba
Jodi
Isabel
Elena 
Jaeda
Curacao
Sheng
Fabian
Youri
Tenerife
Ayaan
Jim
Delun
Daniël

Slide 11 - Slide

5m - DIARIO
¿Qué has hecho esta clase?
¿Cómo has trabajado?

Vul je diario in.

Slide 12 - Slide

Deberes para la próxima clase



Leren: 
p. 16 woorden en zinnen over klimaat

Maken:
p.17 oef 13 + 14 (el clima)
p. 21 oef 14 (voorzetsels)
p.23-24 oef 27+28
p.63: leva tarea 1+ 2
VUL JE DIARIO IN




+ Werken aan de EXCURSIE- opdracht:

Ieder groepslid kijkt voorafgaand aan de volgende les op internet en vormt zich een beeld van 1) de ligging van het eiland 2) natuur, 3) steden en dorpen, 4) toeristische attracties, bezienswaardigheden. Zorg dat je tijdens de les een korte impressie in het Nederlands kunt geven van het eiland: waar ligt het, hoe ziet het eruit, wat is er te doen. 

Slide 13 - Slide