Zenuwstelsel

Zenuwstelsel

“ A lie can travel half way around the world while the truth is putting on its shoes”

- Mark Twain

1 / 54
next
Slide 1: Slide
FysiologieBeroepsopleiding

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zenuwstelsel

“ A lie can travel half way around the world while the truth is putting on its shoes”

- Mark Twain

Slide 1 - Slide

Wat is de Latijnse benaming voor het zenuwstelsel?
A
Tr. Sensorius
B
Tr. Digestivus
C
Tr. Sensibelis
D
Tr. Neurologicus

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de functies
van het zenuwstelsel?

Slide 3 - Mind map

Functies
  • Ontvangen van informatie

  • Verwerken van informatie

  • Reageren op informatie

Slide 4 - Slide

Indeling
  • Anatomische indeling

  • Fysiologische indeling

Slide 5 - Slide

Centraal
Perifeer

Slide 6 - Slide

Wat is de belangrijkste taak van het centrale zenuwstelsel
A
Verwerken van informatie
B
Vervoeren van informatie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Animaal
(Willekeurig, Somatisch)

  • (Bewuste) Sensoriek & Motoriek

  • Brug naar de buitenwereld

  • Niet van "levensbelang"

Autonoom
(Onwillekeurig, Vegetatief) 

  • Stofwisseling

  • Groei en voortplaning cellen

  • In stand houden van de soort

Slide 9 - Slide

Anatomisch
Centraal
Perifeer
  • Hersenen
  • Ruggenmerg
  • 12 paar hersenzenuwen
  • 31/32 paar ruggenmergzenuwen

Slide 10 - Slide

Fysiologisch
Animaal
Vegetatief

Slide 11 - Slide

Parasympathisch
Orthosympathisch

Slide 12 - Slide

Parasympathisch
  • Rest and Digest

  • Rust --> Behalve de spijsvertering

Slide 13 - Slide

Orthosympathisch
  • Fight or Flight (Freeze)

  • Activeert --> Behalve de spijsvertering


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat doet het orthosympathisch zenuwstelsel?
A
Vertragen hartslag
B
Vertragen ademhaling
C
Vertragen spijsvertering

Slide 16 - Quiz

Je staat oog in oog met een tijger! Welk systeem wordt (super) actief?
A
Orthosympatisch
B
Parasympathisch
C
Centraal
D
Perifeer

Slide 17 - Quiz

2500 x 456 / 300 = √........?

Welk systeem is actief
A
61,64
B
Parasympathisch
C
Orthosympathisch
D
Perifeer

Slide 18 - Quiz

Neuron

Slide 19 - Slide

Neuron

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is een Neuriet?
A
Zenuwcel
B
Zenuwcel uitloper
C
Zenuwcel "aanvoerder"
D
Celkern

Slide 22 - Quiz

Wat is naast isolatie de functie van de myeline schede?
A
Vertraging van impulsen
B
Opladen van de impulsen
C
Impulsen opwekken
D
Versnellen van impulsen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Zenuw
  • Geen zenuwcel!

  • Motorisch -> Efferent

  • Sensibel -> Afferent

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Centraal Zenuwstelsel
  • Ruggenmerg --> Medulla Spinalis

  • Hersenstam --> Truncus Cerebri

  • Kleine hersenen --> Cerebellum
  • Tussen hersenen --> Diencephalon

  • Grote hersenen --> Cerebrum

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Welke banen komen binnen op de achterhoorn?
A
Efferente zenuwbanen
B
Motorische zenuwbanen
C
Afferente zenuwbanen

Slide 29 - Quiz

Grote hersenen
  • Cerebrum

  • Hemisferen
  • Corpus Callosum
  • Grijze- en wittestof
  • Mens en zoogdier

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Hersenstam
  • Truncus cerebri

  • Vegetatieve centra (reptielen brein)
  • Evenwicht
  • Stofwisseling
  • Ademhaling
  • Bloeddruk
De middenhersenen zijn het deel van de hersenen dat zich in het bovenste deel van de hersenstam bevindt. Het heeft een functie in:

  •     de regulatie van zintuigelijke en motorische functies
  •     visuele en auditieve reflexen
  •     pupilverwijding
  •     het gehoor
De pons is een verbinding tussen de grote hersenen en de kleine hersenen. Met twee 'armen' houdt het de kleine hersenen vast.
Het verlengde merg:

Verbinding hersenstam en ruggenmerg
Veel van de vegatieve processen worden hier gereguleerd

Slide 32 - Slide

Kleine hersenen
  • Cerebellum

  • Verbonden met hersenen via de brug van Varol
  • Spiertonus
  • Coördinerende functie motoriek (fijn afstelling)

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Zenuwstelsel
Verdieping

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Wat is waar m.b.t. een motor-unit?
A
Een spier heeft 1 motor-unit
B
Een motor-unit kan meerdere spiervezels aansturen
C
Een spier heeft minimaal 1000 aangesloten vezels
D
Een spier gebruikt al zijn motor-units wanneer hij beweegt

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

De cauda equina hoort bij welk gedeelte van het zenuwstelsel?
A
Centraal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Animaal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Waarom heeft het perifeer zenuwstelsel 31 of 32 paar ruggenmerg zenuwen?

Slide 45 - Open question

Wat zijn reflexen?

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Video