Nederlands Grammatica en Lezen

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek
 

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek
 

Slide 1 - Slide

Regels in de klas
Jas in locker
Geen kauwgom of ander eten/drinken
Spullen op tafel
Telefoon in de tas en geluid uit
Oortjes in tas
Tas op de grond
Recht zitten

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
  • Aan het einde van de les 
  • Kun je een werkwoord vinden in een gegeven zin;
  • kun je met een gegeven werkwoord een goede zin maken;
  • kun je zelf een zin maken waarin je het werkwoord op de goed manier gebruikt;

Slide 3 - Slide

Lesindeling 
6de uur
Lezen 10 min
Theorie werkwoorden
Zelfstandig werken
Opdrachten maken
Pauze





Slide 4 - Slide

Lezen
Pak je leesboek;
Ga lezen in je boek;

Slide 5 - Slide

Wat is een werkwoord? Een werkwoord duidt aan:
A
mens, dier of ding
B
handeling, gebeurtenis of toestand
C
wanneer, hoe of waar iets gebeurt
D
dat iemand iets doet

Slide 6 - Quiz

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is WW.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt:
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Slide 7 - Slide

Is 'kochten' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 8 - Quiz

Is zijn 'slapen' werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 9 - Quiz

Is 'boven' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 10 - Quiz

Enkelvoud en meervoud
Kijk goed of de zin in het enkelvoud of meervoud staat!

Bij meervoud (in de tegenwoordige tijd): 

Hele werkwoord gebruiken

Bijv: Ik fiets, wij fietsen. Ik werk, wij werken

Slide 11 - Slide

Opdrachten 
Maak de opdrachten 9 t/m 18 uit je boek blz 19, 20, 21.


Ben je klaar 
Nakijken van de opdracht
Aan de slag met leesopdracht.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Regels in de klas
Jas in locker
Geen kauwgom of ander eten/drinken
Spullen op tafel
Telefoon in de tas en geluid uit
Oortjes in tas
Tas op de grond
Recht zitten

Slide 14 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van de les 
kun je een tekst verkennend lezen;
Kun je een tekst zoekend lezen;
Kun je een tekst grondig lezen;
kun je  bij een tekst zelf de juiste leesmanier kiezen

Slide 15 - Slide

Lesindeling 
7de uur
Theorie 
Zelfstandig werken:
Opdrachten maken
Exit ticket





Slide 16 - Slide

3 leesmanieren
1. Verkennend lezen
2. Zoekend lezen
3. Grondig lezen 

Slide 17 - Slide

Verkennend lezen

Slide 18 - Slide

Verkennend lezen

Slide 19 - Slide

Stappenplan zoekend lezen

Slide 20 - Slide

Grondig lezen
Bij grondig lezen wil je echt snappen wat er staat en je wilt het onthouden. Je gebruikt grondig lezen bijvoorbeeld bij het leren voor een toets.

Bij grondig lezen doe je de volgende dingen:
- Je bekijkt het tekstgeraamte.
- Je voorspelt waar elk stukje tekst over gaat.
- Je gaat de tekst stukje voor stukje.
- Je stelt vragen bij elke stukje tekst.
- Je raadt betekenissen van moeilijke woorden.
- Je kan in je eigen woorden vertellen of opschrijven wat er in de tekst staat.

Slide 21 - Slide

Opdrachten
Maak de leesopdracht


Ben je klaar!
Nakijken van de opdracht
Aan de slag met 6.11 leesmanieren opdr 32 blz 250
Klaar huiswerk afmaken

Slide 22 - Slide

Aan de slag! Exit-ticket!
Stap 1. Vul jouw Exit-ticket in (5 min).
Stap 2. Wacht totdat jij (misschien) de beurt krijgt.
Stap 3. Lever de Exit-kaart in bij de docent.
Stap 4. Je mag het lokaal verlaten!

Slide 23 - Slide