H3-week 1 les 2 (venir en bron F

H3
week 1
Les 1
P.Budel
H3
Week 1
Les 2
P. Budel
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3
week 1
Les 1
P.Budel
H3
Week 1
Les 2
P. Budel

Slide 1 - Slide

Deze les
- boeken, schrift, stencilboekje, pen klaarleggen
- Zorg ervoor dat je de methodesite open hebt staan
- Groep werkwoorden van "venir" herhalen
- Bron F

Slide 2 - Slide

Wat popt als eerste
op als je aan venir denkt?

Slide 3 - Mind map

Waarom is het makkelijk als je venir leert om revenir en devenir te maken?

Slide 4 - Open question

Hoe leer jij werkwoordsrijtjes?
Eventueel komen hier tips uit voor jou

Slide 5 - Open question

Venir - Présent 
Nederlands
Frans
Ik kom
Je viens
Jij komt
Tu viens
Hij / Zij / Men komt
Il / Elle / On vient
Wij komen
Nous venons
Jullie komen / U komt
Vous venez
Zij komen
Ils / Elles viennent

Slide 6 - Slide

Venir - passé composé
Nederlands
Frans
Ik ben gekomen
Je suis venu(e)
Jij bent gekomen
Tu es venu(e)
Hij is gekomen / Zij is gekomen / Men is gekomen
Il est venu / Elle est venue / On est venu(e)(s)
Wij zijn gekomen
Nous sommes venu(e)s
Jullie zijn gekomen / U bent gekomen
Vous êtes venu(e)(s)
Zij zijn gekomen
Ils sont venus / Elles sont venues
Let op: venir wordt met être vervoegd, dus je moet soms iets aan het voltooid deelwoord toevoegen

Slide 7 - Slide

Venir - Imparfait

Nederlands
Frans
Ik kwam
Je venais
Jij kwam
Tu venais
Hij /Zij /Men kwam
Il / Elle / On venait
Wij kwamen
Nous venions
Jullie kwamen /U kwam
Vous veniez
Zij kwamen
Ils / Elles venaient

Slide 8 - Slide

Venir - Futur Simple (R)
Nederlands
Frans
Ik zal komen
Je viendrai
Jij zal komen
Tu viendras
Hij zal komen / Zij zal komen / Men zal komen
Il  / Elle / On viendra
Wij zullen komen
Nous viendrons
Jullie zullen komen / U zult komen
Vous viendrez
Zij zullen komen
Ils / Elles viendront

Slide 9 - Slide

Gemaakte opdrachten
- Stencilboekje blz 13 en 14. Zijn hier nog vragen over?
- Opdracht 26CD (wb blz 67)
26C
1. Passé composé
2. présent
3. futur simple
4. passé composé
5. imparfait
6. présent
26D
1. tu venais
2. nous revenons
3. Nathan est venu
4. Vous reviendrez    (R)
5. Ma mère est devenue
6. Elle venait

Slide 10 - Slide

Bron F
TB blz 27
WB blz 64-65
Maken: opdracht 22AB, 23ABC en 24AB

Let op: voor opdracht 23ABC heb je de online methode nodig!

Slide 11 - Slide

22
A
B

Slide 12 - Slide

Au travail!
- Leren: bron F (wb blz 84)

- Gebruik Slim Stampen!


- Maken: 23ABC en 24AB. Let op: hier heb je de online methode voor nodig!



Slide 13 - Slide