les 2: H4

Na 3 minuten...
  • Telefoon in de telefoontas of in je eigen tas;
  • Huiswerk staat in de agenda:

  • Vrijdag 22/03
Maken H4.1 Opdr 1 t/m 6.











timer
3:00
1 / 44
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Na 3 minuten...
  • Telefoon in de telefoontas of in je eigen tas;
  • Huiswerk staat in de agenda:

  • Vrijdag 22/03
Maken H4.1 Opdr 1 t/m 6.











timer
3:00

Slide 1 - Slide

Waarom leren we dit?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

H4: Wateroverlast

Slide 4 - Slide

Vandaag

  • Startopdracht
  • Herhaling Intro H4 & huiswerk bespreken
  • Uitleg H4.1 + verdiepende opdracht
  • Werken aan opdracht 4.2

Slide 5 - Slide

Maken startopdracht(Zs)
Klaar? Lezen H4.1 
timer
7:00

Slide 6 - Slide


Bespreken startopdracht

Slide 7 - Slide

Herhalen H4 introductie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Einde rivier
Delta                  of               Estuarium

Slide 11 - Slide



Delta:
  • stroomsnelheid rivier stopt (door zee)
  • Al het sediment zakt naar de bodem
  • door ophoping ontstaat nieuw land
Estuarium:
  • Hoge stroomsnelheid langs kust, sediment wordt meegenomen

of

  • bij vloed dringt zeewater de rivier in

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Bespreken huiswerkopdracht H4.1 opdr 1 t/m 6

Slide 14 - Slide

H4.2 Van bergen naar de zee
Nederland is voor een groot deel gevormd door de rivieren die door ons land stromen. In deze paragraaf gaan we beter kijken naar rivieren en de begrippen die ermee samenhangen.

Slide 15 - Slide

Stroomgebied A       Stroomgebied B
het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt

Slide 16 - Slide

De waterscheiding is de grens tussen 2 stroomgebieden

Slide 17 - Slide

Een stroomstelsel is het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
Blauw = Stroomstelsel
Rood = Stroomgebied

Slide 18 - Slide

Een stroomstelsel bestaat uit drie delen, die samen het lengteprofiel vormen
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 19 - Slide

1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.

3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

Slide 20 - Slide

profiel rivier
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 21 - Slide

Regiem:
Het verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar 
(hoog=groot verschil)

Debiet:
De totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt afvoert

Slide 22 - Slide

Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 23 - Slide

Soorten rivieren

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Verdiepende opdracht: 'Gedrag Rivieren'
  • In tweetallen
  • Lees de opdracht
  • Klaar? Werken aan opdrachten 4.1

Slide 28 - Slide

Plaats hier een foto van jullie eindresultaat.

Slide 29 - Open question

Pak je telefoon weer: Lessonup

Geen telefoon? Met je buurman meedoen. 

Slide 30 - Slide

Maken H4.1





timer
20:00
Zorg dat je t/m opdr 3 af hebt!

Niet af = tijd inhalen.

Slide 31 - Slide

Uit hoeveel procent bestaat het aardoppervlak uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land

Slide 32 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 33 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 34 - Quiz

Bron
Benedenloop
Bovenloop
Monding 
Middenloop

Slide 35 - Drag question

Leg in j eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met stroomgebied?

Slide 36 - Open question

Hier vindt het meeste sedimentatie plaats
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop

Slide 37 - Quiz

Erosie vindt plaats in
A
De binnenbocht van een rivier
B
De buitenbocht van een rivier
C
Aan het einde van het rivier
D
Bij de rotsen

Slide 38 - Quiz

Het slingeren van een rivier heet
A
Meanderen
B
Rivierslinger
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 39 - Quiz

Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel
A
De delta
B
De overloop
C
De einloop
D
Estuarium

Slide 40 - Quiz

Leg de begrippen verval en verhang uit aan de hand van de afbeelding.

Slide 41 - Open question

Wat vergroot de kans op overstromingen?
A
Klimaatverandering
B
Verstedelijking
C
Ontbossing
D
Scheepvaart

Slide 42 - Quiz

Bekijk de bron.
Noteer een verschil en een
overeenkomst in de lengteprofielen
van de Maas en de Rijn.

Slide 43 - Open question

Wat was het doel van deze les?

Slide 44 - Slide