Week 1 Periode 3


Week 1
Periode 3

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Week 1
Periode 3

Slide 1 - Slide

Planning les 1
1) Boek lezen
2) Nabespreken VVT2
3) Opdr 1+2 (p.142-143) klassikaal
HW: Leren studybox p.177+178

Slide 2 - Slide

Read your book
In silence!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Klassikaal 
1) Nabespreken VVT2

2) Opdr 1+2 (p.142-143)

Slide 4 - Slide

Homework
Huiswerk volgende les:
1)maken opdr 2+4 (p.128-129) en opdr 2+5 (p.131)
2) leren studybox p.158+159

Slide 5 - Slide

Planning les 2
1) Boek lezen
2) opdr 2 (p.145) klassikaal
3) Uitleg present perfect vs past simple + oefenen
4) maken opdr 3 t/m 5 (p.145-146)
5) Blooket vocab 4.2


Slide 6 - Slide

Read your book
In silence!
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Klassikaal
opdr 2 (p.145) 

Slide 8 - Slide

Past Simple
* in het verleden gebeurd en afgelopen

+ = verb-ed / 2nd form
I walked (walk) / I bought (buy)
- = did not (didn't) + verb
I didn't walk / I didn't buy
? = did + subject + verb
Did I walk? / Did I buy?


  • The man (to play) piano.
  • The man played piano.
  • She (to swim) in the sea.
  • She swam in the sea.
  • He sold his tickets. (-)
  • He didn't sell his tickets.
  • We played all night. (?)
  • Did we play all night?

Slide 9 - Slide

Present Perfect
*In verleden begonnen en gaat nog door
*Net afgelopen / je merkt de resultaten nu
* Geen tijdsindicatie
*Ervaringen
+ = have/has + 3rd form or verb-ed
I have washed the clothes
- = hasn't/haven't + 3rd form or -ed
You haven't done your homework
? = have/has + subject + 3rd form or -ed
Have you watched the game?

for / yet / since / just
  • I (to have) breakfast.
  • I have had breakfast
  • They (to play) piano.
  • They have played piano.
  • She (not to walk) in the rain.
  • She hasn't walked in the rain
  • (we / to eat) food?
  • Have we eaten food?

Slide 10 - Slide

Past simple vs Present Perfect
Past simple: afgelopen en je weet wanneer.
yesterday, last week, a month ago, in 1990, etc...

Present perfect: net afgelopen, verleden begonnen en gaat nu door, geen tijdindicatie, ervaringen tot nu toe
Signaalwoorden: for, yet, never, ever, just, already, since, lately
Ezelsbrug = FYNE JAS

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Zelfstandig
maken opdr 3 t/m 5 (p.145-146)

Slide 13 - Slide

Homework
Huiswerk volgende les:
1) Leren studybox p.177+178, 
2) maken opdr 3 t/m 5 (p.145-146), 
3)2AA: ook maken opdr 1+2 (p.142-143)

Slide 14 - Slide