11.4 Extreme omstandigheden

• Middelbare school

Welkom!

11.4 Extreme omstandigheden

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerkcontrole
2. Terugkijken vorige lessen
3. Uitleg 11.4
4. Opdrachten 11.4

Huiswerkcontrole

Zet onder elkaar: wat heb je geleerd over dieren, insecten, vissen en planten qua eten, ademhalen en vervoer

Klaar? Vergelijk met je buurman/vrouw. Wat mist nog? 

Hoe blijft een dier koel?

Hoe blijft een dier koel?

Warmte kwijtraken

• Zomervacht
• Luchtstroom (grote oren)

Hoe blijft een dier koel?

Warmte kwijtraken

• Zomervacht
  
• Luchtstroom (grote oren)
• Zwete
• Hijgen

Hoe blijft een dier warm?

Hoe blijft een dier warm?

Te koud = kans op onderkoeling

• Isolatie (wintervacht)

Hoe blijft een dier warm?

Te koud = kans op onderkoeling

• Isolatie (wintervacht)
• Klein oppervlak 

Hoe blijft een dier warm?

Te koud = kans op onderkoeling

• Isolatie (wintervacht)
• Klein oppervlak 
• Kou vermijden (winterslaap)

Of winterrust

Hoe blijft een dier warm?

Te koud = kans op onderkoeling

• Isolatie (wintervacht)
• Klein oppervlak 
• Kou vermijden (winterslaap/winterrust)

Maak opdracht 1 t/m 15 van 11.4

Hoe zijn dieren aangepast aan de kou?

Hoe zijn dieren aangepast aan de hitte?