B-VCA - B-VCA deel 2 - H6

B-VCA
B-VCA 2

6. MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VcaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

B-VCA
B-VCA 2

6. MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke gevaren zijn er als je met dit gereedschap werkt?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide


Snijdt de persoon op het plaatje op de goede manier?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz


Werk je met een schroevendraaier? Controleer dan eerst of:
  • het handvat goed vastzit
  • er geen deuken of bramen zijn
  • en:
A
Of het blad niet te scherp is
B
Of het blad niet te bot is
C
Of je de schroevendraaier ook als beitel kunt gebruiken

Slide 6 - Quiz


Waarom moet je het lemmet van een mes niet te ver uitschuiven?
A
Dan snijdt hij minder goed.
B
Dan kan hij afbreken.
C
Dan wordt hij sneller bot.
D

Slide 7 - Quiz


Hoe werkt de dodemansknop op de handslijpmachine?
A
Als je de dodemansknop indrukt, dan gaat er een alarm af.
B
Als je de dodemansknop indrukt, dan stopt de machine meteen.
C
Als je de dodemansknop loslaat, dan stopt de machine meteen.
D
Als je de dodemansknop loslaat, dan gaat de machine nog 3 seconden door en dan stopt hij.

Slide 8 - Quiz

Je werkt met de handcirkelzaag.
Welke PBM's draag je?
Draag je wel
Draag je niet

Slide 9 - Drag question


Je werkt met de nagel- en nietmachine.
Welke PBM draag je?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz


Waarop werkt een kettingzaag?
A
Benzine
B
Elektriciteit
C
Luchtdruk

Slide 11 - Quiz


Je werkt met de kolomboormachine.
Waarom gebruik je de beschermruit van de machine?
A
Om je ogen te beschermen tegen splinters en spetters
B
Om te zorgen dat je handen niet in de boor getrokken worden
C
Om het boorsel makkelijk weg te kunnen vegen
D
Om je werkstuk beter te kunnen zien

Slide 12 - Quiz

Sleep de namen naar de goede plek.
Leunspaan
Veiligheidsglas
Slijpsteen

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide


Je werkt met de vast opgestelde cirkelzaag.
Waarvoor gebruik je het hulpmiddel op het plaatje?
A
Om je je beschermen tegen wegspringende delen
B
Om te zorgen dat de zaag niet vastloopt in het werkstuk
C
Om grote werkstukken in de zaag te krijgen
D
Om kleine werkstukken in de zaag te duwen

Slide 15 - Quiz

Je gaat elektrisch lassen.
Welke PBM's draag je? 
Draag je wel
Draag je niet

Slide 16 - Drag question

Autogeen lassen doe je met:
Autogeen lassen doe je met:
A
Acetyleen
B
Autobrandstof
C
Elektriciteit
D
Luchtdruk

Slide 17 - Quiz

Acetyleen heeft verschillende eigenschappen. Zo is het gas kleurloos maar niet reukloos. Het gas heeft een soort knoflook achtige geur. 
Daarnaast is het een reactief gas dat heel brandbaar is en brede explosiegrenzen heeft in luchtmengsels. Dat houdt in dat acetyleen een breed explosiegebied of concentratiegebied heeft. 
Er worden bij het vaststellen van het explosiegebied van een bepaalde stof twee grenswaarden gehanteerd namelijk de LEL en de UEL. 
De afkorting L.E.L. staat voor “Lower Explosive Limit” oftewel de onderste explosiegrens .De afkorting UEL staat voor Upper Explosion Limit oftwel de bovenste explosiegrens.
Acetyleen

Slide 18 - Slide


Je werkt met een snijbrander.
Dit is een vorm van:
A
Elektrisch lassen
B
Autogeen lassen
C

Slide 19 - Quiz

Autogeen lassen
Autogeen lassen, ook wel gassmeltlassen of zuurstof-acetyleenlassen genoemd, is een lasmethode die gebruikmaakt van een zeer hete vlam. Meestal wordt gebruikgemaakt van de reactie van ethyn (acetyleen) met zuivere zuurstof. 
Gebruikmaking van een mengsel van ethyn en zuivere zuurstof levert een vlamtemperatuur op van meer dan 3100°C.

Slide 20 - Slide

       Geef aan welke PBM's je erbij gebruikt.

Slide 21 - Slide