01. H6.1+2 collectieve voorzieningen (11-3)

H6 De overheid/ De ambtenaar
B: 6.1) Collectieve voorzieningen
KGT: 6.1) De straat + 6.2) Het stadspark
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 De overheid/ De ambtenaar
B: 6.1) Collectieve voorzieningen
KGT: 6.1) De straat + 6.2) Het stadspark
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Slide

Vandaag
Hoofdstuk 6 paragraaf B:1 / KGT: 1+2
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Rekentrainer
Controleren

Slide 3 - Slide

Volgorde hoofdstuk 6
B
KGT
§ 1
§ 1 + 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
12-3
18-3
19-3
25-3
26-3
Maandag 8 april
Toets hoofdstuk 6

Slide 4 - Slide

Doel BKGT §1 + §2
  • Ik kan uitleggen hoe collectieve voorzieningen worden georganiseerd
  • Ik kan uitleggen hoe maatschappelijke kosten ontstaan.
  • Ik kan aangeven hoe de overheid deze maatschappelijke kosten bestrijdt.

Slide 5 - Slide

Parkeren
Iedereen mag gebruikmaken van de straat en mag zijn auto daar parkeren. 
De straat is een collectieve voorziening. 
De overheid zorgt daarvoor. 
De overheid zorgt voor de aanleg, het onderhoud en het gebruik van deze voorzieningen.

Collectieve voorziening: Voorzieningen voor gezamenlijk gebruik waar de overheid voor zorgt.


Slide 6 - Slide

Collectieve voorzieningen
Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en (deels) betaald door de overheid.

Slide 7 - Slide

Collectieve voorzieningen 
worden betaald:

  • Uit belastinggeld
  • Soms voor een deel uit bijdragen
    van de gebruikers:
    entreegelden (theater/zwembad),
    parkeergeld, etc. 

Slide 8 - Slide

Onderhoud en wetten
De overheid:
- zorgt voor onderhoud
- vraagt soms een bijdrage aan de gebruikers
- geeft regels aan voor het gebruik
- handhaaft de regels
- geeft een boete aan overtreders van de regels

Slide 9 - Slide

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.

Het zijn de nadelen van de productie en consumptie
voor de samenleving.

Slide 10 - Slide

Voorbeelden van maatschappelijke kosten

Slide 11 - Slide

Milieuvervuiling
kosten om het park schoon te maken
= maatschappelijke kosten

Slide 12 - Slide

Maatschappelijke kosten

de kosten van milieuvervuiling worden betaald door de overheid 

en niet door de vervuiler.

Voorbeeld: Uitstoot van uitlaatgassen en zwerfafval.



Vervuiler= diegene die milieuvervuiling veroorzaakt.

Betaalt de vervuiler de milieukosten zelf dan heeft hij meer kosten en dan zullen er minder maatschappelijke kosten zijn.


Slide 13 - Slide

Milieuwetten

Wetten om milieuproblemen tegen te gaan.

Bijvoorbeeld: 
  • Afval scheiden -                                               milieustraat gemeente
  • wet tegen geluidsoverlast, 
  • wet tegen stankoverlast

Slide 14 - Slide

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer B 6.1

Slide 15 - Slide

Onroerende zaakbelasting
Dit is een percentage van de waarde van het huis: de WOZ-waarde.
OZB = WOZ-waarde : 100 × belastingpercentage 
(rond de uitkomst naar beneden af op hele euro’s)

Voorbeeld
OZB: Een huis in de gemeente Looi heeft een WOZ-waarde van € 255.000. Het tarief is 0,0625%.
OZB = € 255.000 : 100 × 0,0625 = € 159

Slide 16 - Slide

De WOZ-waarde van een huis is door de gemeente vastgesteld op € 190.000. Onroerende zaakbelasting (ozb) is op 0,129% van de WOZ-waarde gesteld. Dat is voor dit huis dus…
A
€ 245,-
B
€ 245,10
C
€ 246,-
D
€ 246,10

Slide 17 - Quiz

De WOZ-waarde van jouw huis wordt op € 315.000 getaxeerd. Bereken de onroerend zaakbelasting als het tarief 0,123% van de WOZ-waarde is
A
€ 347,87
B
€ 283,41
C
€ 201,40
D
€ 387,45

Slide 18 - Quiz

Leges bouwvergunningen
De leges of de kosten van het aanvragen van een bouwvergunning is een percentage van de bouwkosten (exclusief btw).

leges bouwvergunning = bouwkosten : 100 × percentage bouwleges 
(rondt de uitkomst naar beneden af op hele euro’s)


Voorbeeld: 
De bouwkosten van een pand zijn € 125.000. Het percentage bouwleges is 0,95%.
De leges zijn: € 125.000 : 100 × 0,95% = € 1.187

Slide 19 - Slide

De bouwkosten van een pand zijn € 200.000. Het percentage bouwleges is 0,75%.
Bereken de leges.

A
€ 150
B
€ 266,67
C
€ 1.500
D
€ 2666,67

Slide 20 - Quiz


Antwoord lesdoel(en)

Slide 21 - Open question



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 6 paragraaf 1




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 6 
paragraaf 1: 6-13
paragraaf 2: 6-11



Huiswerk

Slide 22 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 23 - Slide