Les 20-6 Media en onderzoek

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hallo klas!

Lesdoelen: wat ga je leren?

- Je leert iets over de geschiedenis van talen

- Je leert wat moedertaal, standaardtaal en dialect zijn

Planning

- Uitleg geschiedenis van taal & taalfamilies

- Filmpje Nederlandse taal vroeger + opdracht bij filmpje

- Opdrachten maken + bespreken

- Spel dialecten

- Afsluiting

Filmpje: hoe klonk Nederlands vroeger?

- Uit welke tijd komt dit filmpje?

- Waar wordt vooral over gesproken?

- Welke woorden lijken op de taal die wij nu spreken?

Oudnederlands: 500 tot 1200 

Middelnederlands: 1200 tot 1500

Nieuwnederlands: 1500- heden 

Wordt in het filmpje Oudnederlands, Middelnederlands of Nieuwnederlands gesproken?

Opdracht 1 & 2 maken (4.10)

Dialecten 

Opdracht 3, 4 en 5 maken (4.10)

Spel dialecten

- Je krijgt kaartjes: dialectwoorden en Nederlandse woorden

- Probeer in je groepje te raden wat de woorden betekenen

Misselijk - kweps

Op stap - op joets

Plastic tas - toete

Kikker - puut

Oom - nôm

Koe - beest

Winkel - jesjef

Fiets - draadessel

Huilen - böake

Verjaardag - halfzeuventje

Werken - paore moake

Vaatdoek - sjotelsplak

Werken - poare moake

1. Kaatsheuvel (Noord-Brabant)
2. Kerkrade (Limburg)

Koe - beest

1. Spakenburg (Utrecht)
2. Diemen (Noord-Holland)

Oom - nôm

1. Scheveningen (Zuid-Holland)
2. Sneek (Friesland)

Fiets - droad essel

1. Enschede (Overijssel)
2. Twente (Overijsel)

In welke landen (behalve Nederland) wordt Nederlands gesproken?

Afsluiting

- Wat heb je geleerd vandaag?