Cap 1 lidwoorden, getallen, kleuren en nationaliteiten

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Herhaling PA1, H1 

les 2: 2 oktober

• Korte uitleg: over Nationaliteit en getallen in het Spaans
• Oefeningen / herhaling > Quiz
• Fin de la clase
  

Herhalen wat je al kent

loop de hele lesson up door.

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een klinker (a,e,i,o,u) krijgen in het meervoud een -s

la chica > las chicas 
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een medeklinker (alle andere letters) krijgen in het meervoud een -es

el presentador > los presentadores

Meervoud maken van zelfstandige naamwoorden

Wat zijn bepaalde lidwoorden? Dus
De / het in het Spaans

1. El/ la/ los / las
2. Un/ unos/ una/ unas

Welke zijn onbepaalde lidwoorden?
Dus 'een' in het Spaans. Meer dan 1 antwoord is goed.

1. La
2. Los
3. Un
4. Unos

Het juiste lidwoord voor CHICA is...

1. LA
2. EL
3. LAS
4. LOS

Het juiste lidwoord voor MADRE is...

1. LA
2. EL
3. LAS
4. LOS

Het juiste lidwoord voor ESPAÑOLAS is...

1. UNA
2. UN
3. UNAS
4. UNOS

Het juiste lidwoord voor CIUDAD is...

1. UNAS
2. UN
3. UNA
4. UNOS

Het juiste lidwoord voor TIENDAS is...

1. UNA
2. UN
3. UNAS
4. UNOS

Het juiste lidwoord voor HOLANDÉS is...

1. UNA
2. UN
3. UNAS
4. UNOS

Het juiste lidwoord voor HERMANO is...

1. LA
2. EL
3. LAS
4. LOS

Het juiste lidwoord voor INFORMACIÓN is...

1. LA
2. EL
3. LAS
4. LOS

Sleep de gele cijfers naar de groene getallen!

uno

dos

tres

cuatro

cinco

seis

siete

ocho

nueve

diez

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Zet de nummers op volgorde van klein naar groot

ocho

once

quince

trece

cuatro

nueve

veinte

dieciocho

Kies het juiste getal voor: diez

1. 8
2. 6
3. 10
4. 13

Kies het juiste getal voor: diecinueve.

1. 3
2. 14
3. 1
4. 13

Kies het juiste getal voor: quince.

1. 12
2. 5
3. 16
4. 15

Welke nummers hoor je hier?

Welke nummers hoor je hier?

Welke nummers hoor je hier?

Welke nummers hoor je hier?

PRONOMBRES PERSONALES - 

persoonlijke voornaamwoorden

In het Nederlands:

ik

jij

hij / zij / u

wij

jullie

zij

En:   u meervoud

Repaso: Weet jij de pronombres personales nog in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. Doe daarna hetzelfde met de rode kaartjes.

YO

TÚ

ÉL, ELLA, USTED

NOSOTROS, NOSOTRAS

VOSOTROS, VOSOTRAS

ELLOS, ELLAS, USTEDES

ik

jij

María y Pepe

zij (mv)

u 

wij

hij

jullie

zij

mi hermano y yo

u (mv)

Isabel y tú

Juan

señor González

Welke vertaling hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?

nosotros

yo

él, ella, ud.

tú

vosotros

ellos, ellas, uds.

jullie

ik

wij

jij

zij/u mv

hij/zij/u

Weet jij de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 

Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? vraag het!

YO

TÚ

ÉL, ELLA, USTED

NOSOTROS, NOSOTRAS

VOSOTROS, VOSOTRAS

ELLOS, ELLAS, USTEDES

ik

jij

María y Pepe

zij (mv)

u 

wij

hij

jullie

zij

Carmen 

 y yo

u (mv)

Isabel y tú

Juan

Mi profesor

Ser: Zijn

Ser: Zijn

yo

tú

él, ella, usted

 nosotros

vosotros

ellos, ustedes

soy

 eres

 es

 somos

sois

son

SER = ZIJN

SOY

ERES

ES

ÉL

TÚ

YO

USTED

ELLA

SER = ZIJN

SOMOS

SOIS

SON

ELLOS

VOSOTROS

NOSOTROS

USTEDES

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden naar de juiste plek!

¿...........eres holandés?

...................... es una chica muy inteligente

...................... somos alumnos del KSG Apeldoorn.

................... soy holandés y tengo 12 años.

¿...........son holandeses o fraceses?

..............sois holandesas.

Yo

Tú

Vosotras

Nosotros

Ellos

Ella

Usted

Ustedes

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

Amy y Sam _____ (Ser) amigos.

Elena y yo______(Ser) amigas.

Tú________ (Ser) una persona unica.

Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Ámsterdam.

Emmy y tú _____(Ser) holandesas.

sois / son

somos

eres

soy

sois / son

Extra mondeling oefening!

Tekstboek blz. 13 en 16 > Frases Clave (Blauwe vakje)

1. Lees de vragen en antwoorden goed door.

2. Stel de vragen aan je klasgenoot en daarna wissel van rollen

3. Werkboek blz. 23 > Opdracht 27. Uitschrijven in je schrift. Gebruik de frases clave van je Tekstboek.

4. Voer nu het gesprekje met je klasgenoot. Wissel daarna van rol.