1hv-4-hh

4. Stevigheid en beweging
Op tafel:
Chromebook (dicht)
Leesboek
Boek B


timer
5:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4. Stevigheid en beweging
Op tafel:
Chromebook (dicht)
Leesboek
Boek B


timer
5:00

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

1. Het skelet
- Je kent de delen van het lichaam.
- Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
- Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 5 - Drag question

Wat zijn de 4 functies van het skelet?

Slide 6 - Open question

Welk bot uit het been heeft geen overeenkomstig bot in de arm?

Slide 7 - Open question

2. De bouw van botten
- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
- Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
Bevat veel lijmstof
Bevat weinig lijmstof
Bevat veel kalkzouten
Is buigzaam
Bevat weinig kalkzouten
Beenweefsel
Kraakbeenweefsel
Is hard en niet buigzaam

Slide 10 - Drag question

Leg uit waarom botten van een baby buigzamer zijn dan botten van oudere mensen.

Slide 11 - Open question

3. Beenverbindingen
- Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
- Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 12 - Slide

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 13 - Drag question

gewrichtskom
gewrichtkogel
gewrichtsmeer
kraakbeenlaagje
gewrichtkapsel

Slide 14 - Drag question

Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht

Slide 15 - Drag question

Het losgeschoten bot heet ...

Slide 16 - Open question

4. Spieren
- Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 17 - Slide

Wat zijn antagonisten?
A
Spieren die hetzelfde werken
B
spieren die even sterk zijn
C
spieren die je twee keer hebt
D
spieren die tegengesteld werken

Slide 18 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 19 - Quiz



Welke spier is samengetrokken wanneer de arm buigt? En hoe heet deze spier?
A
Nummer 1, de biceps
B
Nummer 1, de triceps
C
Nummer 2, de biceps
D
Nummer 2, de triceps

Slide 20 - Quiz

5. De wervelkolom
- Je kunt de bouw en werking van de wervelkolom beschrijven.

Slide 21 - Slide

Welke uitspraak over de wervelkolom is juist?


A
De wervelkolom heeft een dubbele C-vorm die wordt ondersteund vanuit de buikspieren.
B
De wervelkolom heeft een dubbele C-vorm die wordt ondersteund vanuit de rugspieren.
C
De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm die wordt ondersteund vanuit de buikspieren.
D
De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm die wordt ondersteund vanuit de rugspieren.

Slide 22 - Quiz

Verbind de juiste namen aan de nummers.
Je hoeft niet alle namen te gebruiken. 
heiligbeen
sleutelbeen
borstwervels
borstbeen 
schouderblad
lendenwervels
halswervels 
staartbeen
beenwervels

Slide 23 - Drag question

Leg uit waarom de wervelkolom van een bultrug geen dubbele-s-vorm heeft

Slide 24 - Open question

Zelfstandig werken
Open boek toets: 
Thema 1: 1.5, Thema 2: 2.1 t/m 2.4, Thema 4: 4.1 t/m 4.5, Thema 5: 5.1 t/m 5.4, Thema 6: 6.1 t/m 6.5
timer
5:00

Slide 25 - Slide