1. Voorstellingsanalyse TL

Voorstellingsanalyse kort






Theaterles Stad & Esch
1 / 14
next
Slide 1: Slide
TheaterMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorstellingsanalyse kort






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Slide

Leerdoel & planning
Lesduur: 1 lesuur
Leerdoel: je weet hoe je een voorstellingsanalyse moet maken op basis van beschrijven, analyseren en interpreteren.

Planning:
  1. Uitleg
  2. Voorstellingsanalyse maken

Slide 2 - Slide

Rundfunk
Toneelgezelschap: Rundfunk
Titel: Wachsturmschmerzen (groeipijnen)
Acteurs: Tom van Kalmthoudt en
Yannick van de Velde
Datum: 2017
Duur: 1.24 uur (wij kijken tot 25 minuten)


-> open op je laptop het document:
 Voorstellingsanalyse KDR korte opdracht TL


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Schrijfopdracht 1
Schrijf in je document:

  • Beschrijf wat je hebt gezien in de voorstelling.
  • Denk aan: hoeveel acteurs, speelstijl, decor, kostuums, verhaal/scènes, onderwerp, tekst, acts,  licht, etc.

Slide 5 - Slide

Schrijfopdracht 2
Schrijf in je document:

  • Beschrijf je analyse / interpretatie
  • Denk aan de samenhang: thema of boodschap voor publiek, waar zag je aan dat dit de boodschap was? Hoe hielp de vormgeving en de mise-en-scène/enscenering? Geef voorbeelden.

Slide 6 - Slide

Schrijfopdracht 3
Schrijf in je document:

  • Beschrijf je mening
  • Wat vond jij van het stuk? Wat raakte je, wat vond je minder goed?
    Ga alle onderdelen van de voorstelling langs. Vond jij het stuk een aanrader of niet en waarom?

Slide 7 - Slide

Voorstellingsanalyse
  • Een voorstelling gezien? Top!

  • Een analyse bestaat uit:
    - Beschrijven (vorm, verhaal, functie context)
    - Analyseren (samenhang)
    - Interpreteren (betekenis)

Slide 8 - Slide

Hoe doe je dat, beschouwen?
  • Beschrijven: acteurs, spel, verhaalelementen, toneelbeeld.
    Wat zie je?

  • Analyse: (regie)concept, vormgeving, enscenering
    Wat is de samenhang?

  • Interpreteren: verhaal, onderwerp, thema, boodschap, visie
    Wat is de betekenis?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Theaterspel
  • Lichaam van acteur: mimiek, gebaren, bewegingen, lichaamshouding, handeling


  • Stemgebruik: volume, accent, klankkleur, intonatie, klemtoon, timing, emotie


  • Mise-en-scène: plaatsing acteurs in speelvlak, blikrichting, beweging personages t.o.v. elkaar en speelvlak


  • Speelstijl: melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick, episch

Slide 11 - Slide

Theatervormgeving
  • Decor: toneeltoerusting, plaats van handeling, projecties.
  • Kostuum: karakter, personage, stijl, sfeer
  • Grime en haarstyling: schmink, pruiken, littekens
  • Rekwisieten: voorwerpen, meubilair.
  • Attributen: rekwisiet voor rol of personage
  • Muziek: direct, indirect, sfeer, emotie
  • Geluid: geluidseffecten, geluidsdecor/soundscape
  • Tekst: monoloog, dialoog, voice-over, improvisatie
  • Enscenering: keuzes over spel van acteurs
  • Toneelbeeld: alles wat je op het toneel ziet op een bepaald moment. melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick, episch

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tip: gebruik het format in je studiewijzer!

Slide 14 - Slide