Formatieve toets zakelijke brief GT2

Zakelijke brief schrijven

Formatieve toets

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zakelijke brief schrijven

Formatieve toets

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij een
zakelijke brief?

Slide 2 - Mind map

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke e-mail
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 5 - Quiz

De eerste zin van de brief begint met een hoofdletter.
A
Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. In de zakelijke brief begint de eerste zin toch met een hoofdletter.

Slide 6 - Quiz

In de tekst van een zakelijke brief gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze(n) voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 8 - Quiz

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste adres:
A
connect college Maasbrachterweg 22 6101 XX Echt
B
Connect College Maasbrachterweg 22 6101 XX Echt
C
Connect College Maasbrachterweg 22 Echt 6101 XX

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste slotgroet:
A
Met vriendelijke groet Naam Achternaam
B
Met vriendelijke groet, Naam
C
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam
D
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Slide 11 - Quiz

Voorbeeld
  • typ correct de adressen en in de juiste volgorde (1 en 3)
  • vergeet niet de dagtekening  (2)
  • denk aan witregels     
  • typ een correcte aanhef en denk aan de komma (5)

  • in de eerste alinea beschrijf je waarom je de brief hebt gestuurd (aanleiding) (6)

  • in de tweede alinea geef je meer informatie over jouw onderwerp, mag meer dan 1 alinea zijn !   (7) 

  • formuleer een nette slotalinea met bijvoorbeeld een verzoek. Slot is één alinea. (8)

  • onder de slotgroet typ je jou naam en achternaam (9 en 10)

Slide 12 - Slide

Oefening
Bedenk nu zelf een zakelijke brief die je gaat schrijven aan een instantie. Bijvoorbeeld de gemeente of school of sportvereniging of aan een televisieprogramma. 

Slide 13 - Slide