Drogredenen en redeneringen

Argumenteren
(De PowerPoint Argumenteren staat op som)
functiewoorden even oefenen
redeneringen (filmpje Arnoud)
een paar oefeningen
drogredenen (filmpje)
een paar oefeningen
aan de slag met een examentekst en paar vragen maken
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Argumenteren
(De PowerPoint Argumenteren staat op som)
functiewoorden even oefenen
redeneringen (filmpje Arnoud)
een paar oefeningen
drogredenen (filmpje)
een paar oefeningen
aan de slag met een examentekst en paar vragen maken

Slide 1 - Slide

Verbanden en relaties tussen zinnen


Belangrijk! Een auteur presenteert zijn tekst niet als losse feitjes. Hij wil graag een samenhangende tekst presenteren.

  • D.m.v. signaalwoorden


  • D.m.v. functiewoorden


  • Functies  aan tekstgedeelten toe te wijzen

Slide 2 - Slide

Moet ik die lijst met functiewoorden en signaalwoorden uit mijn hoofd leren?

Slide 3 - Slide

Nee

Maar, zorg dat je wel de belangrijkste zaken weet te benoemen en dat je functiewoorden uit elkaar kunt houden. Markeer de woorden in je examenbundel die je niet kent en/of belangrijk vindt.


Wat is het verschil tussen:

- weerleggen en tegenwerpen?

- aanvulling en een voorbeeld?

- uitdiepen, uitleggen en uitweiden?

-voorbehoud en voorwaarde?

Slide 4 - Slide

Nuancering 
Een nuancering is een verfijning of een kleine aanpassing van een bewering of stelling.

De schrijver geeft bijvoorbeeld in de voorafgaande alinea zijn mening over iets en formuleert die in de aansluitende alinea iets preciezer of maakt die mening wat minder scherp.

Slide 5 - Slide

Stelling, argument, tegenargument, aanbeveling en samenvatting zijn voorbeelden van
A
signaalwoorden
B
verbindingswoorden
C
kernwoorden
D
functiewoorden

Slide 6 - Quiz

Ontkrachting is een ander woord voor weerlegging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een tegenwerping is
A
Hetzelfde als een tegenstelling
B
Een ontkenning
C
Bedenking, bezwaar, tegenargument
D
Een paradox

Slide 8 - Quiz

Een voorbehoud is een beperking op wat er gezegd wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
Een functiewoord geeft een verband aan, een signaalwoord niet.
B
Een functiewoord staat niet altijd in de tekst, een signaalwoord wel.
C
Er is geen verschil.
D
Er zijn minder functiewoorden dan signaalwoorden.

Slide 10 - Quiz

De schrijver zwakt een standpunt af door te laten zien dat er ook andere gezichtspunten mogelijk zijn. Dit is een
A
afweging
B
nuancering
C
voorbehoud
D
weerlegging

Slide 11 - Quiz

De schrijver doet een uitspraak waarmee hij een argument ontkracht.
A
tegenargument
B
onderbouwing
C
weerlegging
D
afweging

Slide 12 - Quiz

De schrijver stemt alleen met iets in als aan een beperkende voorwaarde is voldaan.
A
voorwaarde
B
voorbehoud
C
bezwaar
D
beoordeling

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Overeenkomst
B
Voorbeelden
C
Kenmerk of eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quiz

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
Overeenkomst
B
Oorzaak-gevolg
C
Voorbeelden
D
Kenmerk of eigenschap

Slide 16 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn
A
Voor- en nadeel
B
Overeenkomst
C
Oorzaak-gevolg
D
Kenmerk of eigenschap

Slide 17 - Quiz

Wij vonden het een prima appartement met een heerlijk terras en ideaal vlakbij zee. Negatief was dat de bedden compleet doorgelegen waren. Ook hadden wij nauwelijks warm water in de douche. En tot slot hadden wij erg veel kakkerlakken. Met kleine
kinderen is dat niet echt prettig. Het waren gelukkig maar hele kleintjes, maar toch niet echt aangenaam. Al met al denk ik dat we de volgende keer toch een andere accommodatie boeken.
A
Overeenkomst
B
Kenmerk of eigenschap
C
Voor- en nadelen
D
Voorbeelden

Slide 18 - Quiz

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.
A
Oorzaak-gevolg
B
Overeenkomst
C
Voorbeelden
D
Eigenschap of kenmerk

Slide 19 - Quiz

Voorstanders van all inclusieve hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf; eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 20 - Open question

De opwarming van de aarde zorgt ervoor dat arme landen steeds meer problemen krijgen met hun watervoorziening. Zij hebben geen geld om water uit andere gebieden te halen, waardoor de tekorten aan drinkwater verder toenemen en het nog moeilijker wordt om voedsel te verbouwen.

Slide 21 - Open question

Het was mooi om te zien dat zoveel supporters ons kwamen steunen. Ook bij eerdere uitwedstrijden was dit het geval en dan liep het telkens goed af. Ik verwacht zaterdag met twee bussen supporters dan ook een overwinning bij de wedstrijd tegen Amsterdam.

Slide 22 - Open question

Klimaatverandering is zeker van invloed op de gezondheid van de mensen. Vooral oudere mensen kunnen slecht tegen hitte. Er zullen daardoor alleen in Europa al nog meer mensen overlijden dan de tienduizenden mensen die nu al per jaar per jaar door de hitte sterven.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Cirkelredenering
D
Onjuiste vergelijking

Slide 26 - Quiz

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief!
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Overhaaste generalisatie

Slide 27 - Quiz

Er dreigt geen uitbraak van ebola. Als dat wel zo was zou ik geen oog dicht doen

Slide 28 - Open question

Deze Van Gogh is echt, want anders gaan we voor miljoenen het schip in.

Slide 29 - Open question

De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond minister-president Schoof ook.

Slide 30 - Open question

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Bespelen van het publiek
B
Vertekenen van het standpunt
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Verkeerde vergelijking

Slide 31 - Quiz

Wat weet een schuinsmarcheerder als jij nou van politiek?

Slide 32 - Open question

Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan.

Slide 33 - Open question

Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Dresden gelogeerd. Het was er super schoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn.

Slide 34 - Open question

Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht. Het milieu interesseert jou blijkbaar helemaal niets.

Slide 35 - Open question

opdracht 
lees tekst 4 examen 2022 tijdvak 1 
blz. 158-159, maak de vragen 36, 38, 39 40
vraag 38 is een redenering 

Slide 36 - Slide

vraag 38
standpunt: het is tijd voor reframing: leerlingen moeten zo veel mogelijk lastiggevallen worden .
argument: ze moeten juist kunnen omgaan met de onzekerheden van het leven.
aanbeveling: toetsen moeten vooral vragen en opdrachten bevatten waarvan de docenten de uitkomsten niet weten

Slide 37 - Slide

opdracht
Lees de examenbundel 2021 tijdvak 2 
blz. 96-98 tekst 1 maak de vragen over drogredenen (4, 6)en tekst 2 vraag 11

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link