10 te vermijden fouten

1 / 44
next
Slide 1: Slide
pav, NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is er fout aan deze zin?
Vandaag gingen wij naar de studie tijdens de 3 de lesuur en toen zei de leerkracht tegen ons dat we geen studie hadden in de refter, daarna zijn we gaan zoeken waar we studie hadden maar we vonden niks.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waarom is een antwoord als 'Is goed' geen correcte zin?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

'Omdat ik honger heb.'
Als ik deze zin zou schrijven is dat een correcte zin.
A
ja
B
neen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Is dit een correcte zin?
Ik heb de boek niet gelezen want de thema interesseert mij niet.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is er fout aan deze zin?
De leerkracht dat afwezig is, heeft zwangerschapsverlof.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Ik vind dat ze de kerncentrales moeten sluiten.
Ze doen niets aan onze energiefactuur.
Welk woord zorgt voor onduidelijkheid in deze zinnen?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

'Dat zijn dingens die ik niet weet' is een foutloze zin.
ja
nee

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Welke fouten staan in deze zin:
'Ik vindt dat ook want ik ben franstalig.'

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Hij is even oud als ik is een correcte zin.
ja
nee

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Slide

Welke vorm gebruik je in deze zin:
Ik kan me ...niet herinneren wat ik gisteren gedaan heb.
A
zelf
B
zelfs

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Welke vorm gebruik je in deze zin?
Ik dat ...gelezen.
A
eens
B
is

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Welke vorm gebruik je in deze zin?
... zusje is lief.
A
Mijn
B
Men

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Welke vorm gebruik je in deze zin?
Is dat ... boek?
A
u
B
uw

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Welke vorm gebruik je in deze zin?
Mijn broer ... Tanguy.
A
heet
B
noemt

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide