This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefentoets H5 Pincode
Slide 1 - Slide
Pim is vakkenvuller bij de AH. Hij werkt 12 uur per week. Werkt hij fulltime of parttime?
A
Fulltime (voltijd)
B
Parttime (deeltijd)
C
hij werkt niet, vakkenvullen is een hobby
D
hij werkt zwart
Slide 2 - Quiz
Iemand die minstens 36 uur per week werkt, heeft een ........ baan.
A
Fulltime
B
Parttime
C
Deeltijd
D
Uitvoerende
Slide 3 - Quiz
Tijd waar je zelf of je werkgever zomaar het contract mag opzeggen
A
probeertijd
B
flextijd
C
proeftijd
D
opzegtermijn
Slide 4 - Quiz
Deze wet regelt de werk- en rusttijden.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
CAO-wet
D
WW
Slide 5 - Quiz
In je proeftijd mag je meteen ontslag nemen als het je niet bevalt.
A
juist
B
onjuist
C
nee, je moet blijven proberen
D
dat hangt af van het tijdstip
Slide 6 - Quiz
Wat is altijd een verschil tussen bepaalde en onbepaalde tijd?
A
Het salaris
B
De proeftijd
C
Wanneer het contract stopt
D
Aantal vakantiedagen
Slide 7 - Quiz
Nettoloon is ..... dan brutoloon
A
hoger
B
lager
C
hetzelfde
D
gelijk aan
Slide 8 - Quiz
Wat gebeurt er met het NETTOloon als de sociale premies en loonbelasting omlaag kunnen?
A
Het nettoloon stijgt
B
Niets, dat heeft alleen gevolgen voor het brutoloon.
C
Het nettoloon daalt
Slide 9 - Quiz
Je bent privé aansprakelijk bij een ...
A
BV en VOF.
B
Eenmanszaak en VOF.
C
Eenmanszaak en BV.
D
VOF en NV.
Slide 10 - Quiz
Van voetbalclub Ajax kan iedereen aandelen kopen. Welke ondernemingsvorm is dit?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV
Slide 11 - Quiz
De winst is voor maar één eigenaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV
Slide 12 - Quiz
Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst en ook aandeelhouder?
A
Eenmanszaak
B
Vof
C
CV
D
BV
Slide 13 - Quiz
Mark & Eduardo hebben samen een eigen bedrijf. Ze zijn met hun privévermogen aansprakelijk. Welke ondernemingsvorm heeft hun bedrijf?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV
Slide 14 - Quiz
In welke sector is deze schilder aan het werk?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
topsector (plafonds)
Slide 15 - Quiz
Primaire sector
Secundaire sector
quartaire sector
Slide 16 - Drag question
In welke sector werkt de kapster?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
Quartaire sector
Slide 17 - Quiz
Stel het minimumloon per maand is € 1.347,85 voor een 20-jarige. Louise (20jaar) verdient 10% meer dan het minimumloon. Hoeveel euro verdient zij per jaar?
Slide 18 - Open question
Chris verdient 100 euro per week, hoeveel verdient hij per maand?
Wat is het minimumloon voor een 15-jarige per dag?
A
€ 400,00
B
€428,57
C
€ 433,33
D
€ 450,00
Slide 19 - Quiz
Wanneer is er sprake van werkloosheid?
A
Als er meer vraag dan aanbod van werk is
B
Als er meer aanbod dan vraag naar werk is
C
Als je net van school komt
D
als je op zoek bent naar een baantje voor 2 uur per werkdag
Slide 20 - Quiz
Wat is werkgelegenheid?
Slide 21 - Open question
Wat wordt bedoeld met "Arbeidsparticipatie"
Slide 22 - Open question
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is