Les 3: Triagist

• Triage
• MBO
• Studiejaar 3

Les 3: Keuzevak Triagist

Wat komt aan bod

• Filmpje
• Wat valt onder NTS
• Wie redacteert de NTS
• Hoe werkt triage in NTS
• Urgenties
• Vragen klassikaal binnen triage/NTS systeem
• Kindermishandeling

NTS

De Nederlandse Triage Standaard (NTS) is een triage standaard voor de gehele Spoedzorg.

Onder triage wordt het dynamische proces van het bepalen van de urgentie en de

bijbehorende vervolgactie verstaan.

De standaard is in eerste instantie ontwikkeld voor SEH-verpleegkundigen, zorgprofessionals

op huisartsenspoedposten en centralisten op meldkamers van de ambulancezorg.

Tegenwoordig gebruiken ook Thuiszorgorganisaties, Gezondheidszorg Asielzoekers, VVTorganisaties, GGD-en en huisartsenpraktijken de NTS bij triage.

Drie loketten, één uitkomst

De Nederlandse Triage Standaard (NTS) is een standaard voor triage in de keten acute zorg. Onder triage wordt verstaan het dynamische proces van urgentie bepalen plus de vervolgactie. 

Bij dit triageproces is er geen verschil in werkwijze bij een fysieke of telefonische triage, wel in triagecriteria en vervolgacties. De standaard is bestemd voor SEH-verpleegkundigen, triagisten op huisartsenposten en centralisten op de meldkamers van de ambulancezorg. 

Triage op basis van NTS is erop gericht om in een tijdsbestek van enkele minuten op basis van beperkte gegevens een beslissing te nemen over hoe snel de patiënt gezien dient te worden door een zorgverlener. 

NTS is een richtlijn die de professional hierin ondersteunt. Daarnaast is het verbeteren van de samenwerking in de keten acute zorg een belangrijk doel. Hiervoor zijn eenheid van taal, begrippen en definities van belang. Het gaat hierbij om urgentie, triagecriteria, vervolgacties en (geprotocolleerde) adviezen.

De redactieraad baseert de inhoud van de NTS op

• Bronbestanden LSMA, MTS en NHG-TriageWijzer
  
• Nieuwe/updates richtlijnen van wetenschappelijke verenigingen
  
• (on)Gevraagd overleg met wetenschappelijke verenigingen
  
• gerapporteerde (bijna) fouten
  
• Feedback uit het veld, meestal digitaal en/of via www.de-nts.nl
  
• Triagisten bijeenkomsten
  
• Ad hoc expertrondes.

LSMA: Landelijk Standaard Meldkamer Ambulance zorg

MTS= Manchester Triage System

Het Manchester Triage Systeem (MTS) kent vijf kleuren om de urgentie van de zorgvraag aan te geven: rood, oranje, geel, groen en blauw. Deze kleuren bepalen hoe snel een patiënt door een arts gezien moet worden op de Spoedeisende Hulp (SEH). 

de-nts.nl

Hoe werkt triage in NTS?

Vijf stappen

Afhankelijk van het toestandsbeeld van de patiënt worden de volgende vijf stappen doorlopen:

1. ABCD-veilig: is er levensgevaar?
2. Keuze ingangsklacht: wat is er aan de hand?
3. Urgentie bepalen: op basis van de triagecriteria en het triagetype (fysieke of telefonische triage). De triagist kan de urgentie aanpassen op basis van de context, alarmsignalen en risicogroepen.
   
4. Vervolgactie: op basis van de urgentie en het triagetype. De triagist kan de vervolgactie aanpassen op basis van de context, alarmsignalen en risicogroepen.
   
5. Adviezen: op basis van de urgentie en de triagecriteria. De triagist stemt de adviezen af op de patiënt.

Zes urgenties

Welke?

Daarnaast geeft NTS advies over de vervolgacties (bv Ambulance, Spoedeisende hulp, Huisartsenpost of zelfzorgadvies). 

De uitkomst van triage wordt niet alleen bepaald door de NTS. Ook de context van de patiënt, de competenties van de triagist en aspecten van de organisatie, zoals spoedpost of de aanwezigheid van een regiearts, beïnvloeden het resultaat van de triage.

U0= uitval ABCD – resuscitatie (reanimatie)

U1= instabiele ABCD – direct levensgevaar (onmiddellijk)

U2 = bedreiging ABCD of orgaanschade (zo snel mogelijk)

U3= reële kans op schade/humane redenen (binnen enkele uren)

U4= verwaarloosbare kans op schade (binnen een etmaal)

U5= geen kans op schade (volgende werkdag)

Daarnaast geeft NTS advies over de vervolgacties (bv Ambulance, Spoedeisende hulp, Huisartsenpost of zelfzorgadvies). De uitkomst van triage wordt niet alleen bepaald door de NTS. Ook de context van de patiënt, de competenties van de triagist en aspecten van de organisatie, zoals spoedpost of de aanwezigheid van een regiearts, beïnvloeden het resultaat van de triage.

Vragen

• Mag de zorgprofessional de urgentie ophogen of verlagen?
• Mag de zorgprofessional de vervolgactie aanpassen?
• Wat betekent ‘vervolgactie huisarts’?
• Mag de ABCD worden overgeslagen bij telefonische triage van laagurgente klachten?
• Mogen in de NTS vragen worden overgeslagen?
• Mogen de criteria door elkaar uitgevraagd worden?

Mag de zorgprofessional de urgentie ophogen of verlagen?

Jazeker. De NTS geeft een advies op basis van de door de zorgprofessional ingevulde criteria. De

zorgprofessional zal moeten afwijken wanneer daar een reden toe is. Dit kan het ophogen, maar ook

verlagen van de geadviseerde urgentie betekenen. Ook kunnen lokale of regionale afspraken op de

huisartsenspoedpost, SEH of MKA een reden tot aanpassing van de urgentie zijn, alsmede afspraken

met de ketenpartners in de acute zorg. Het aanpassen van de urgentie moet altijd worden

verantwoord binnen de NTS, voordat de applicatie kan worden afgesloten. Het kan zijn dat er lokaal

wordt afgesproken dat er pas na overleg met de regiearts (op de HAP) een aanpassing mag worden

gedaan.

Mag de zorgprofessional de vervolgactie aanpassen?

Jazeker. De NTS geeft een advies op basis van de door de zorgprofessional ingevulde criteria. De

zorgprofessional zal moeten afwijken wanneer daar een reden toe is. Dit kan het wijzigen van de

vervolgactie betekenen. Ook kunnen lokale of regionale afspraken op de huisartsenspoedpost, SEH

of MKA een reden tot aanpassing van de vervolgactie zijn, alsmede afspraken met de ketenpartners

in de acute zorg. Het aanpassen van de vervolgactie moet altijd worden verantwoord binnen de NTS

voordat de applicatie kan worden afgesloten. Het kan zijn dat er lokaal wordt afgesproken dat er pas

na overleg met de regiearts (op de HAP) een aanpassing mag worden gedaan.

Wat betekent ‘vervolgactie huisarts’?

Een ‘vervolgactie huisarts’ is een visite, advies, consult op de huisartsenspoedpost of telefonisch

consult.

Mag de ABCD worden overgeslagen bij telefonische triage van laagurgente klachten?

Er moet altijd een ABCD-beoordeling gedaan worden voordat er een ingangsklacht kan worden

gekozen. Soms volstaat een snelle ABCD-controle. Op de meldkamers ambulancezorg moet er bij

iedere melding een volledige ABCD-beoordeling worden gedaan. Patiënten die zich bij de

huisartsenspoedpost melden, hebben vaker hulp- en zorgvragen met een lagere urgentie. Daar kan

dus eerder worden volstaan met een snelle ABCD-controle. Wanneer iemand belt voor een recept

voor een blaasontsteking of met een snee in de vinger, volstaat het om te vragen of er nog andere

klachten zijn.

Mogen in de NTS vragen worden overgeslagen?

In NTS kun je geen vragen overslaan. Wanneer een triagecriterium niet relevant is, wordt het

criterium met ‘nee’ beoordeeld. De triagecriteria moeten allemaal worden ingevuld totdat NTS een

urgentie adviseert. De criteria hoeven niet allemaal expliciet te worden uitgevraagd maar moeten

wel allemaal beoordeeld worden. Antwoorden die duidelijk af te leiden zijn uit het verhaal van een

patiënt, mogen worden overgenomen in de NTS. Sommige criteria zijn overduidelijk niet relevant

voor het bepalen van de urgentie. Deze criteria worden beoordeeld met ‘nee’.

Het is aan de zorgprofessional om een goed toestandsbeeld te verkrijgen om zo veilig te bepalen

welke criteria relevant zijn en moeten worden uitgevraagd. Dat betekent dat ieder criterium dat mee

kan doen bij het bepalen van de urgentie expliciet moet worden uitgevraagd om deze juist te kunnen

beoordelen. Criteria die overduidelijk niet aan de hand kunnen zijn (of niet kunnen worden

beoordeeld) en daarmee dus ook niet meedoen bij het bepalen van de urgentie worden met ‘nee’

beoordeeld. 

Mogen de criteria door elkaar uitgevraagd worden?

De NTS is opgebouwd van hoog- naar laagurgente vragen. Per ingangsklacht moeten eerst de hoog

urgente criteria beoordeeld worden. Binnen dezelfde urgentie kies je de criteria die relevant zijn om

te beantwoorden ongeacht op welke ‘plek’ deze staat. Het behoort tot de professionaliteit van de

zorgprofessional om te kiezen voor triagecriteria die gekoppeld zijn aan het belangrijkste medische

probleem. Dit geld ook voor de keuze van criteria binnen dezelfde urgentie.

Een patiënt belt met meerdere klachten

Welke ingangsklacht kies ik?

Triage gaat om urgentie-denken. Betrek in je triage altijd als eerste de ingangsklacht die kan wijzen op ernstige problemen. Bekijk bij twijfel meerdere ingangsklachten. Bijvoorbeeld: een moeder belt over een kind van 10 jaar dat ziek is, koorts heeft en flink hoest. Kijk dan eerst bij de Ingangsklacht “Ziek kind/koorts kind” en pas daarna bij de Ingangsklacht “Hoesten”. Een ziek kind met koorts is (mogelijk) ernstiger dan hoesten.

Is een verdenking van kindersmishandeling een triagecriteria?

Nee, kindermishandeling is geen triagecriterium.   Een verdenking van kindermishandeling wordt grotendeels door de context bepaald en niet door de symptomatologie. Een tweede argument om kindermishandeling niet in de triage op te nemen, is dat deze afweging thuishoort in de spreekkamer tijdens het consult door de arts. Dus niet in de triage. Daarom kom je geen triagecriteria voor verdenking van kindermishandeling in de NTS tegen.

Echter, dit betekent niet dat hier geen aandacht voor moet zijn. Ons advies is dat in het specifieke geval dat de zorgprofessional tijdens de triage een verdenking heeft, niet de urgentie U5 af te geven, maar de urgentie op te hogen en/of eerst te overleggen met de fiatterende dienstdoende (regie)arts.

Wel is er in NTS het criterium “Kind aanwezig” opgenomen in sommige ingangsklachten, zoals intoxicatie en vreemd gedrag en suïcidaliteit.

Afsluiting

Zijn er nog vragen?