Groep 7 Thema 2 week 2 les 7

1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voorzetsels
Een voorzetsel staat voor een woord of woordgroep, bijvoorbeeld voor een zelfstandig naamwoord met een lidwoord. Bijvoorbeeld 'na het eten' of 'op de tafel'. Een voorzetsel geeft vaak een tijd of een plaats aan. 

- De pen ligt op de tafel.
- We spelen na het eten.

Slide 2 - Slide

Doel van deze les
Je leert uitdrukkingen die beginnen en/of eindigen met een voorzetsel. Je leert enkele uitdrukkingen gebruiken in een zin.

Voorbeeld;
Als gevolg van een storing hadden we een tijd geen stroom.
In plaats van lampen gebruiken we kaarsen.
We staken de kaarsen aan met behulp van een aansteker.

Slide 3 - Slide

Wat is een voorzetseluitdrukking?
Een voorzetseluitdrukking is een vaste combinatie van woorden die in zijn geheel de functie van voorzetsel vervult.

- Met betrekking tot (m.b.t.)
- In plaats van (i.p.v)
- Aan de hand van (a.d.h.v.)
- Ten aanzien van (t.a.v.)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
..... 1 dag, duurt het dit jaar een heel weekend.
A
In verband met
B
Met medewerking van
C
In plaats van
D
Met uitzondering van

Slide 6 - Quiz

Wat is de voorzetseluitdrukking?
Voetballen doe je met behulp van een voetbal.

Slide 7 - Open question

Vervang de voorzetseluitdrukking.
Met behulp van het gereedschap maak ik een vogelhuisje.
A
Voor
B
Door
C
Over
D
Met

Slide 8 - Quiz

Zelfstandig werken
- Ga aan het werk; Thema 2, Week 2, les 7
Klaar? Eigen leerdoelen.


timer
15:00

Slide 9 - Slide

Wat is de voorzetseluitdrukking?
Ten behoeve van de verstaanbaarheid zaten we dicht bij elkaar.

Slide 10 - Open question

Wat is de voorzetseluitdrukking?
Door middel van schieten in een doel krijg je punten.

Slide 11 - Open question

Vul de goede voorzetseluitdrukking in.
...... van onze sponsoren, zal er gratis lunch zijn.
A
Met behulp van
B
In plaats van
C
Met uitzondering van
D
Ten aanzien van

Slide 12 - Quiz

Vervang de voorzetseluitdrukking.
Als gevolg van het ongeluk, heb ik last van mijn nek.
A
Met
B
Voor
C
Door
D
Over

Slide 13 - Quiz