formatieve vragen H2 B1 tm B3 Stevigheid en beweging

Herhaling 2.1/ 2.2/ 2.3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling 2.1/ 2.2/ 2.3

Slide 1 - Slide

Een ander woord skelet is....
A
geraamte
B
romp
C
spierstelsel
D
gewervelde

Slide 2 - Quiz

Wat is de functie van het kraakbeen?
A
De botten buigzaam houden.
B
De botten op de juiste plek houden.
C
Slijtage aan het gewricht voorkomen.

Slide 3 - Quiz

Welke stof bevat kraakbeen veel?

Slide 4 - Open question

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen

Slide 5 - Quiz

Je hersenen worden beschermd door de ..........
Je hart en longen worden beschermd de ..........
Schedel
Ribben

Slide 6 - Drag question

Waardoor kan je skelet bewegen?
A
Door alle beenverbindingen
B
Door gewrichten
C
Door antagonisten
D
Door gewrichten en spieren

Slide 7 - Quiz

Wat voor soort gewricht is het heupgewricht?

A
Een kogelgewricht
B
Een rolgewricht
C
Een scharniergewricht
D
Een zadelgewricht

Slide 8 - Quiz

Noem vier soorten beenverbindingen.

Slide 9 - Open question

Wat is van groot naar klein?
A
Spier - spiervezel - spierbundel
B
spiervezel - spierbundel - spier
C
Spierbundel - spier - spiervezel -
D
Spier - spierbundel -spiervezel

Slide 10 - Quiz

Spier
Spiervezel
Pees
Spierbundel

Slide 11 - Drag question

Benoem onderdeel
4 en 21 van het skelet (zie afbeelding).

Slide 12 - Open question

Welke botten horen bij de borstkas?
A
Schouderblad, borstbeen, ribben
B
Sleutelbeen, borstbeen, ribben
C
Borstbeen, ribben, borstwervels
D
Ribben, borstwervels, halswervels

Slide 13 - Quiz

Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kapselband
Kraakbeenlaagje
Houdt botten bij elkaar
Geeft extra stevigheid aan grote gewrichten
Bescherming van botten tegen slijtage
Soepel bewegen van het gewricht

Slide 14 - Drag question

Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp
Kuitbeen

Slide 15 - Drag question

Welke stof zit er meer in botten van baby's en kinderen dan in botten van ouderen?
A
Lijmstof
B
Kalkstof
C
Kraakbeenstof

Slide 16 - Quiz

Waarom zijn je ribben en je borstbeen met elkaar verbonden door kraakbeen?

Slide 17 - Open question

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1= schouderblad 2=ribben
B
1= sleutelbeen 2=schouderblad
C
1= schouderblad 2=sleutelbeen
D
1=ribben 2=sleutelbeen

Slide 19 - Quiz

Van drie varkens wordt een stukje rib onderzocht op het percentage lijmstof. De resultaten van dit onderzoek zijn in de afbeelding weergegeven.

Welk varken is waarschijnlijk het oudst?

A
Varken 1.
B
Varken 2.
C
Varken 3.

Slide 20 - Quiz

Als baby is bestaat je schedel uit meerdere stukken, hoe zijn deze verbonden als je ouder bent?
A
met een naadverbinding
B
door vergroeiing
C
met kraakbeen
D
met een gewricht

Slide 21 - Quiz