T5 Kruisingen 2HV

5.Kruisingen
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Analyseren: Ik kan uit een tekst of voorbeeld afleiden of een allel dominant of recessief is, of wat het genotype is van de ouders of kinderen, door logisch te redeneren met de gegeven informatie.
  • Toepassen: Ik kan eenvoudige kruisingstabellen invullen om te bepalen welke genotypen mogelijk zijn bij het nageslacht van twee ouders.
  • Evalueren: Ik kan met behulp van een kruisingstabel berekenen hoe groot de kans is op een bepaald geno- of fenotype, door correcte verhoudingen of percentages te benoemen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.Kruisingen
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Analyseren: Ik kan uit een tekst of voorbeeld afleiden of een allel dominant of recessief is, of wat het genotype is van de ouders of kinderen, door logisch te redeneren met de gegeven informatie.
  • Toepassen: Ik kan eenvoudige kruisingstabellen invullen om te bepalen welke genotypen mogelijk zijn bij het nageslacht van twee ouders.
  • Evalueren: Ik kan met behulp van een kruisingstabel berekenen hoe groot de kans is op een bepaald geno- of fenotype, door correcte verhoudingen of percentages te benoemen.

Slide 1 - Slide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
S = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per S die je hebt wordt dat 1 cm meer, tot een max van 5 bij 5 cm groot.
+ = Bij 3 + mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. 
= Als je 3 ✔ hebt, mag je deze veranderen in een S of +
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
X = bij 3 X, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je hebt geluk gehad

Slide 2 - Slide

Een persoon is heterozygoot voor zijn oogkleur.

Zijn genotype voor deze eigenschap is?
A
AA
B
A of a
C
aa
D
Aa

Slide 3 - Quiz

Twee ouders met blond haar hebben een kind met bruin haar.
Het genotype van het kind is dan?
A
Aa
B
AA
C
aa

Slide 4 - Quiz

Kruisingen
Gebruik deze stappen:
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Blond is dominant over bruin haar
Een vader is homozygoot en heeft bruin haar. 
Een moeder is homozygoot en heeft blond haar. 
Als deze ouders een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Voer stappen 1, 2 en 3 uit.
stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Vader
Blond is dominant over bruin haar
Een vader is homozygoot en heeft bruin haar.
Een moeder is homozygoot en heeft blond haar.
Als deze ouders een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Moeder
stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Maak de kruisingstabel,
Maak hem zoals het voorbeeld.
Schrijf de ouders of hun namen erbij.

4

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
a
a
A
A
Vader
Blond is dominant over bruin haar
Een vader is homozygoot en heeft bruin haar.
Een moeder is homozygoot en heeft blond haar.
Als deze ouders een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Moeder
Stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Vul de mogelijke allelen van de ouders in
Deze haal je uit de genotypes. Elke letter van het genotype krijgt zijn eigen vak
5

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
a
a
A
Aa
Aa
A
Aa
Aa
Vader
Blond is dominant over bruin haar
Een vader is homozygoot en heeft bruin haar.
Een moeder is homozygoot en heeft blond haar.
Als deze ouders een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Moeder
stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Combineer allelen
Combineer de letters van beide ouders waar ze bij elkaar komen in de tabel
6

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
a
a
A
Aa
Aa
A
Aa
Aa
Vader
Blond is dominant over bruin haar
Een vader is homozygoot en heeft bruin haar.
Een moeder is homozygoot en heeft blond haar.
Als deze ouders een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?
Moeder
stappen
  • Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  • Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  • Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  • Maak een kruisingstabel
  • Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  • Combineer de allelen
  • Beantwoord de vraag
Alle mogelijke genotypen zijn heterozygoot, elk kind heeft blond haar. Er is 0% kans op bruin haar.
Beantwoord de vraag
7

Slide 10 - Slide

En nu?
Kies:
  • Zelf oefenen met kruisingsvragen? Oefen in stilte
       Ga naar joinmyquiz.com en gebruik de code.
  • Meer uitleg nodig? We doen klassikaal nog een voorbeeld.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. 
Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot zijn voor oogkleur?


stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen



stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Hoe weet je dit?
In het verhaal staat duidelijk beschreven dat er twee kleuren voorkomen blauw en bruin.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Hoe weet je dit?
Bruin moet in dit geval recessief zijn. Als bruin dominant zou zijn, dan moet minimaal 1 van de ouders ook dit fenotype hebben en dat is niet het geval!
De enige manier waarop een kind een ander fenotype kan hebben dan beide ouders is als die eigenschap recessief is.
Hoe weet je dit?
In het verhaal staat duidelijk beschreven dat er twee kleuren voorkomen blauw en bruin.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Hoe weet je dit?
Bruin moet in dit geval recessief zijn. Als bruin dominant zou zijn, dan moet minimaal 1 van de ouders ook dit fenotype hebben en dat is niet het geval!
De enige manier waarop een kind een ander fenotype kan hebben dan beide ouders is als die eigenschap recessief is.
Hoe weet je dit?
Aangezien de zoon bruine ogen heeft, moet zijn genotype homozygoot recessief: aa zijn. Anders kan hij dit fenotype niet hebben!

Dat betekent dat elke ouder een a moet kunnen geven. 
Aangezien beide ouders wel het dominante fenotype hebben moeten ze tenminste 1 dominant allel hebben. 
Dan blijft alleen de optie heterozygoot Aa voor beide ouders over!
Hoe weet je dit?
In het verhaal staat duidelijk beschreven dat er twee kleuren voorkomen blauw en bruin.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw
  4. >
  5. >

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
A
a
A
a
Moeder
Vader

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw
  4. >
  5. >
  6. >

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Moeder
Vader

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw
  4. >
  5. >
  6. >
  7. 2 van de 4 mogelijke genotypen zijn heterozygoot.
        Dat betekent 50% kans.

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Moeder
Vader

Slide 18 - Slide

En nu?
Kies:
  • Zelf oefenen met kruisingsvragen? Oefen in stilte
       Ga naar joinmyquiz.com en gebruik de code.
  • Meer uitleg nodig? We doen klassikaal nog een voorbeeld.
  • Klik hier en probeer het zelf uit met deze handige tool

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Tafels leeg en recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval

Slide 21 - Slide