Unité 3 : HH ww -er, avoir, être, Dictogloss (1A+1D)

La question du jour :
C'est quel jour aujourd'hui?
Tijdens het liedje: prends ton ordinateur, ton livre, ton cahier et un stylo..... Log in op lesson up
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

La question du jour :
C'est quel jour aujourd'hui?
Tijdens het liedje: prends ton ordinateur, ton livre, ton cahier et un stylo..... Log in op lesson up

Slide 1 - Slide

Les questions du jour :
1. C'est quel jour aujourd'hui?
2. Quelle est ta matière préférée?

Slide 2 - Slide

Unité 3: Après les cours

Le but / het doel:

Aan het einde van de les kunnen jullie een gelezen tekst herschrijven met behulp van het boek.

Programme:
1. Herhaling werkwoorden op -er/avoir/être
2. Zinsvolgorde
3. Dictogloss


Quizlet 





Slide 3 - Slide

Wat zijn de regels bij werkwoorden op -er ?

Slide 4 - Mind map

Vul de juiste vorm van het ww in.
Vic et Pim _____ (habiter) à Haarlem.

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van het ww in.
Ma copine _____ (détester) les bananes.

Slide 6 - Open question

Noem zoveel mogelijk vormen van 'avoir' en 'être' (bijv. je suis)

Slide 7 - Mind map

Etre (zijn)

Je suis
Tu es
Il, elle, on est

nous sommes
vous êtes
ils, elles sont
Avoir (hebben)

J'ai
Tu as
Il, elle, on a

nous avons
vous avez
ils, elles ont

Slide 8 - Slide

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 9 - Quiz

être of avoir?

Ils ont
A
être
B
avoir

Slide 10 - Quiz

Welk werkwoord past in de zin?
Nous ...à Paris.
A
avons
B
sommes
C
sont
D
as

Slide 11 - Quiz

Welk werkwoord past in de zin?
Vous ... un chien.
A
avez
B
sommes
C
as
D
est

Slide 12 - Quiz

Nous (être)
A
faisons
B
avons
C
êtes
D
sommes

Slide 13 - Quiz

Elle ..... douze ans
A
est
B
a
C
es
D
ont

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Link


Dictogloss - Lisez le texte

Quoi? Wat ?
Lees de tekst actief: onderstreep moeilijke woorden, kernwoorden, werkwoorden. Onthoud de inhoud goed.
Je mag geen aantekeningen maken!

Comment ? Hoe?
Travaillez seul(e)

 


timer
5:00

Slide 16 - Slide


Dictogloss - Écrivez le texte

Quoi? Wat ?
Schrijf met je buur de tekst die je hebt gelezen opnieuw.

Comment ? Hoe?
Travaillez en duo. 

Maak gebruik van je boek, net als straks bij de toets.
Let op dat werkwoorden -er, avoir en être goed gebruikt zijn.
De tekst hoeft geen kopie te zijn. Maar de inhoud moet wel kloppen.

 


timer
10:00

Slide 17 - Slide


Dictogloss - corrigez le texte

Quoi? Wat ?
Deel jullie tekst met je naaste buren en verbeter met een andere kleur pen.

Comment ? Hoe?
Travaillez en duo. Ik loop rond voor ondersteuning.

Controleer of de geschreven zinnen kloppen.  
Waar letten we op ?

 


timer
5:00

Slide 18 - Slide


Dictogloss - Lisez le texte

Quoi? Wat ?
3 duo's lezen hun tekst voor

Comment ? Hoe?
Vrijwilligers? 



 


Slide 19 - Slide


Le but/het doel: 

Aan het einde van de les kunnen jullie een gelezen tekst herschrijven met behulp van het boek.

Ben je klaar voor de toets? Vergeet niet in je agenda te schrijven dat je je boek mee neemt!

Opdracht: 
Schrijf op een post-it wat je hebt geleerd vandaag + 1 tip + 1 top.
Plak de post-it op het bord als de bel gaat.


 


Slide 20 - Slide