4V Herhaling T3 Genetica

Herhaling thema 3 Genetica
Best wat begrippen / termen --> maak een overzicht
Veel oefenen!
Binas en rekenmachine mee!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling thema 3 Genetica
Best wat begrippen / termen --> maak een overzicht
Veel oefenen!
Binas en rekenmachine mee!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Boek doornemen
Overzicht verschillende kruisingen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


Een bepaalde muizen soort kan een zwarte vachtkleur (G) of een grijze vachtkleur (g) hebben en een lange (S) of korte (s) staart. Een kruising tussen muizen met een zwarte vacht en een lange staart en muizen met een grijze vacht en een korte staart produceert alleen nakomelingen met een zwarte vacht en een lange staart.
Wat is het genotype van een grijs behaarde, kortstaartige muis?
A
GGSS
B
ggSS
C
ggss
D
GgSs

Slide 5 - Quiz

Een zwart vrouwtjeskonijn wordt door een onbekend mannetje bevrucht. Er worden zwarte en bruine jongen geboren. Het allel voor zwarte vacht (E) is dominant over het allel voor bruin vacht (e).
Wat kunnen de genotypen van de ouders geweest zijn?
A
vrouwtje Ee; mannetje Ee
B
vrouwtje Ee; mannetje zowel Ee als ee
C
vrouwtje zowel EE als Ee; mannetje Ee
D
vrouwtje zowel EE als Ee; mannetje zowel EE als Ee

Slide 6 - Quiz

Bij bepaalde muizen zijn individuen met het genotype qq zwart, met het genotype Qq geel, terwijl individuen met het genotype QQ in een vroeg embryonaal stadium sterven. Een gele vrouwtjesmuis krijgt nakomelingen van een gele mannetjesmuis.

Hoe groot is de kans dat de eerstgeboren nakomeling zwart is?
A
1/4
B
1/3
C
2/3
D
3/4

Slide 7 - Quiz


Het allel voor een bepaalde vorm van kleurenblindheid bij de mens is X-chromosomaal en recessief. Hierover worden de volgende uitspraken gedaan:
1) Als een vrouw kleurenblind is, is haar vader kleurenblind en haar moeder kleurenblind of             heterozygoot.
2) De kans dat een dochter uit een huwelijk tussen een heterozygote vrouw en een kleurenblinde man kleurenblind is, is 50%.

Welke van deze beweringen is of zijn juist?

A
alleen bewering 1 is juist
B
alleen bewering 2 is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
geen van beide beweringen is juist

Slide 8 - Quiz

De personen III-2, III-3 en IV-1 hebben een ziekte.
Is uit de stamboom af te leiden of het allel voor de ziekte autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 9 - Quiz


Een koninginnebij kan zowel bevruchte als onbevruchte eieren leggen. Uit de onbevruchte eicellen ontwikkelen zich de darren. Uit de bevruchte eicellen ontwikkelen zich de vrouwelijke bijen; de larven die uit de bevruchte eicellen komen, ontwikkelen zich tot werkster of koningin, afhankelijk van het voedsel dat zij krijgen.
Uit bovenstaande gegevens kan men afleiden dat de codering van de geslachten bij bijen als volgt is:
A
voor de darren XY en voor werksters XX
B
voor de darren X en voor werksters XX
C
voor de darren XX en voor de werksters X
D
voor de darren X en voor de werksters X

Slide 10 - Quiz

Het allel voor bruine oogkleur is autosomaal en dominant over dat voor blauwe oogkleur. Het allel voor kleuren zien ligt in het X-chromosoom en is dominant over dat voor kleurenblindheid. Bekijk de stamboom (klik voor vergroten)
Kan persoon Q blauwe ogen hebben? En kan persoon Q kleurenblind zijn?
A
Persoon Q kan blauwe ogen hebben en kleurenblind zijn
B
Persoon Q kan geen blauwe ogen hebben en ook niet kleurenblind zijn
C
Persoon Q kan wel blauwe ogen hebben maar niet kleurenblind zijn
D
Persoon Q kan geen blauwe ogen hebben en wel kleurenblind zijn

Slide 11 - Quiz

Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Een zwartharige (homozygote) cavia wordt gekruist met een witte cavia. Twee nakomelingen van de F1 worden onderling gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen in de F2 dat wit haar zal hebben?
Schrijf deze kruising helemaal uit en lever deze foto in.

Slide 12 - Open question

Erfelijkheidsbingo?

Slide 13 - Slide