Observeren Signaleren en Rapporteren Les 3

Observeren Signaleren en Rapporteren
Lesweek 23 : Les 3 Observatiemethode en technieken



1 / 16
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Observeren Signaleren en Rapporteren
Lesweek 23 : Les 3 Observatiemethode en technieken



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
Deel 1:
1. Lesdoelen
2. Terugblik vorige les
3. Theoretische gedeelte over:
  • Observatiemethoden en technieken
4. Leeractiviteit 6
5. Afsluiting les

Slide 3 - Slide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
10 min Terugblik vorige les
4 min. Programma
40 min  Theoretische gedeelte (actief)
10  min  Leeropdrachten 6
10 min Afsluiting les en huiswerk

88 min. totaal




Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- de verschillende observatiemethoden toe passen, zoals gestructureerde observatie, interval observatie, contextuele observatie, protocollaire observatie of een vrije observatie 

- observatietechnieken toe passen, zoals participerend en niet participerende observatie



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verschillende observatiemethoden
(Thema 3.4 uit Methodisch begeleiden)
Observatiemethoden zijn:
  • vrije observatie
  • gestructureerde observatie
  • intervalobservatie
  • contextuele observatie
  • protocollaire observatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  • Verdeel de klas in 5 groepen. 
  • Elke groep werkt in een mindmap 1 observatiemethode uit.
  • 1 persoon geeft na 15 minuten een korte presentatie in de klas erna!
  • Geef ook (eigen) voorbeelden!

Gebruikt thema 3.3. en 3.4 uit Methodisch begeleiden
  1. vrije observatie
  2. gestructureerde observatie
  3. intervalobservatie
  4. contextuele observatie
  5. protocollaire observatie
timer
15:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Presentaties

vrije observatie
gestructureerde observatie
intervalobservatie
contextuele observatie
protocollaire observatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

vrije observatie
  • Je werkt altijd met een doel, maar de 'observatievragen' zijn niet concreet.
  • Vooronderzoek
  • Alleen vastleggen wat je ziet
  • Gedrag van de cliënt volgen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

gestructureerde observatie
  • Je hebt een exact doel en duidelijke vragen
  • Vastleggen hoe vaak iets voorkomt (gedrag)
  • Hoelang iets voorkomt
  • Gebruikt een formulier om te turven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

intervalobservatie
  • Observeren op wisselende tijden
  • Je hebt een doel en vragen
  • Je wilt voortgang over een langere periode vastleggen
  • Tijd en periode zijn van belang

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

contextuele observatie
  • Niet alleen letten op de cliënt, maar ook zijn omgeving
  • Je kijkt naar de gezinssituatie (netwerk!)
  • Woonsituatie 
  • Dagindeling van de gezinsleden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

protocollaire observatie
  • Gebruik maken van protocollen of schema's
  • Vastgelegd hoe vaak, wat en wanneer er geobserveerd moet worden
  • Letten op de observatiepunten; ook al is er niks aan de hand, je wil niks over het hoofd zien. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Verschillende observatietechnieken
Wanneer je gaat observeren, bepaal je vooraf of jij participeert binnen de observatie of juist niet.

Participerend observeren:
- Intern observeren
- lastig begeleider - 2 dingen tegelijkertijd
- valkuil; beïnvloeden situatie
- vooral handig als vraagstelling/ doel niet concreet is/ informatie verzamelen.
- vaak ook doordat er niet voldoende collega's zijn om te observeren.


Slide 14 - Slide

Participerend observeren noem je ook wel intern observeren. Je bent dan actief bezig in de groep, terwijl je meteen ook observeert. Deze methode vraagt veel van jou als begeleider. Je doet immers twee dingen tegelijk. Je observeert en tegelijkertijd voer je de dagelijkse werkzaamheden uit. Er is een valkuil bij deze manier van observeren: je kunt namelijk makkelijk invloed uitoefenen op de situatie. Intern observeren is een goede keuze wanneer je vraagstelling nog niet concreet is. Op deze manier kun je eerst meer informatie verzamelen en op basis hiervan je vraagstelling concretiseren. Ook is het vaak een praktische keuze. Er is niet altijd iemand aanwezig die je taken kan overnemen, terwijl jij observeert.

Verschillende observatietechnieken II

Niet - Participerend observeren:
- Extern observeren
- Begeleider observeert alleen, je kunt observatie nauwgezet uit te voeren
- Geen invloed op de situatie
- Vooral handig als je lastige observatievraag hebt
- Valkuil: Observeren kan de cliënt afleiden
- voldoende collega's nodig/ voldoende tijd nodig


Slide 15 - Slide

Niet-participerend observeren noem je ook wel extern observeren. Bij deze manier van observeren ben je wel aanwezig in de groep, maar neem je niet deel aan de activiteiten. Je richt je volledig op de observatie. Extern observeren is prettig wanneer je een Niet-participerend observeren noem je ook wel extern observeren. Bij deze manier van observeren ben je wel aanwezig in de groep, maar neem je niet deel aan de activiteiten. Je richt je volledig op de observatie. Extern observeren is prettig wanneer je een complexe observatievraag hebt. Je hebt de tijd en de ruimte om je observatie nauwgezet uit te voeren. Een ander voordeel is dat je geen invloed kunt uitoefenen op de situatie. Je kijkt er tenslotte als buitenstaander naar. In de praktijk is deze manier van observeren niet altijd uitvoerbaar. Iemand moet tenslotte jouw taken overnemen, terwijl jij observeert. En het kan zo zijn dat jij, door te observeren, de cliënt te veel afleidt. Je kunt dit voorkomen door gebruik te maken van een spiegelwand. Degene die jij observeert, ziet jou niet – dus is er geen sprake van beïnvloeding.hebt. Je hebt de tijd en de ruimte om je observatie nauwgezet uit te voeren. Een ander voordeel is dat je geen invloed kunt uitoefenen op de situatie. Je kijkt er tenslotte als buitenstaander naar. In de praktijk is deze manier van observeren niet altijd uitvoerbaar. Iemand moet tenslotte jouw taken overnemen, terwijl jij observeert. En het kan zo zijn dat jij, door te observeren, de cliënt te veel afleidt. Je kunt dit voorkomen door gebruik te maken van een spiegelwand. Degene die jij observeert, ziet jou niet – dus is er geen sprake van beïnvloeding.
Leeractiviteit 6


Ga nu voor jezelf aan de slag met de leeractiviteiten.


timer
10:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions