Herhalingsles tweedejaars

Heeft hij je appje al [beantwoord]?
Klik aan of het woord tussen [haakjes] een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Heeft hij je appje al [beantwoord]?
Klik aan of het woord tussen [haakjes] een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 1 - Quiz

Ik [word] morgen 15 jaar.
Klik aan of het woord tussen [haakjes] een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 2 - Quiz

[Gelooft] je moeder je?
Klik aan of het woord tussen [haakjes] een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 3 - Quiz

Hij is al lang [verhuisd].
Klik aan of het woord tussen [haakjes] een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

Ruim vijf miljoen Nederlanders (beoefenen) een sport.
Klik aan of het woord tussen [haakjes] een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Opdracht:
Vul de juiste vorm in:

Dat.............................. wel vaak!




Dat is al vaak .............................. .
gebeurt
gebeurd

Slide 6 - Drag question

Vergelijken

Slide 7 - Slide

Trappen van vergelijking
Als gebruik je bij de stellende trap (gelijkheid).
Dan gebruik je bij de vergrotende trap (verschil).

Slide 8 - Slide

Trappen van vergelijking:
vreemd - vreemder - .............
A
vreemdst
B
vreemst
C
meest vreemd

Slide 9 - Quiz

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van veel ?
A
veel, meer, meest(e)
B
meer, minder, meest(e)
C
veel. meest(e), meer
D
veel, meest(e), minst

Slide 10 - Quiz

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van lief?
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)

Slide 11 - Quiz

als of dan?
Mevrouw de Vries heeft meer geduld dan/als meneer Jansen.
A
dan
B
als

Slide 12 - Quiz

Als of dan?
Ik vind voetbal net zo leuk als/dan basketbal.

A
dan
B
als

Slide 13 - Quiz

Als of dan?

Hij is veel cooler … Justin Bieber.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

als of dan
Jan eet liever een zak chips ... een appel
A
als
B
dan

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Link

goed of fout?
accuutje
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

goed of fout?
kindermenuutje
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

welk woord is fout?
A
campinkje
B
pc'tje
C
chocolaatje
D
logétje

Slide 19 - Quiz

goed of fout?
kettingkje
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Verkleinwoorden: goed of fout?
briletje
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Welk woord is niet goed geschreven?
(verkleinwoorden)
A
pateetje
B
tantetje
C
lolly'tje
D
tosti'tje

Slide 22 - Quiz