Thema 2 BS 3 Het verteringsstelsel

BS 3 Het verteringsstelsel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

BS 3 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

Wat is een voedingsmiddel?
A
eiwit
B
vet
C
koekje
D
koolhydraten

Slide 2 - Quiz

Dit voedingsmiddel is...
A
Plantaardig
B
Dierlijk
C
Zowel plantaardig als dierlijk
D
Niet dierlijk of plantaardig

Slide 3 - Quiz

Wat zijn voedingsstoffen?
A
Alles wat je eet en drinkt
B
Stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren
C
Bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen

Slide 4 - Quiz

Deze voedingsstoffen zijn vooral brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 5 - Quiz

Wat doen voedingsvezels?
A
Zorgen ervoor dat je energie hebt
B
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
C
Zorgen ervoor dat je darmen goed werken
D
Zorgen ervoor dat je cellen kunt maken

Slide 6 - Quiz

BS 3 Het verteringsstelsel

Slide 7 - Slide

Verteringsstelsel
  • Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel

  • Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden via het bloed naar je cellen in je hele lichaam.

Slide 8 - Slide

Darmkanaal
Het voedsel dat je eet, komt in het darmkanaal.
Het darmkanaal hoort bij het verteringsstelsel.
Bestaat uit: slokdarm, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm en endeldarm.
Het darmkanaal loopt van de mond tot de anus.

Slide 9 - Slide

Niet verteren
Glucose, Mineralen, Water, Vitaminen
Wel verteren
Vetten, Eiwitten, Koolhydraten

Slide 10 - Slide

Vertering
  • Verteren = klein maken van voedingsstoffen, zodat ze opgenomen kunnen worden in het bloed 
  • (= verteringsproducten)
  • Afbraak in twee stappen:
  1. Mechanische vertering-> kauwen
  2. Chemische vertering-> verteringssappen

Slide 11 - Slide

Begin vertering
In de mondholte begint de vertering.
Tanden en kiezen  (kauwen) zorgen voor oppervlakte vergroting van het voedsel. 
De enzymen kunnen zo meer plekken bereiken en de vertering verloopt dan sneller.

Slide 12 - Slide

Kauwen =
Oppervlaktevergroting
Door te kauwen worden de stukjes verdeeld in kleinere stukjes waardoor het oppervlakte wordt vergroot

Slide 13 - Slide

Verteringssappen
  • Vertering gebeurt met verteringssappen
  • Die verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren
  • Verteringssappen bevatten enzymen


Slide 14 - Slide

Verteringssappen en verteringsklieren
Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van verteringssappen.
Verteringsappen worden gemaakt in verteringsklieren:
speekselklieren
maagsapklieren 
de lever 
de alvleesklier
de darmsapklieren
Enzymen zitten in verteringssappen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Darmperistaltiek
In het darmkanaal 
  • kringspieren
  • lengtespieren.

Samentrekken van deze spieren ontstaan peristaltische bewegingen, die samen darmperistaltiek heten. 

Door darmperistaltiek wordt de voedselbrij voortgeduwd. 

Slide 17 - Slide

Darmperistaltiek

Slide 18 - Slide

Darmperistaltiek
proefje

Slide 19 - Slide

Aan het werk:
Lezen BS 3 Het verteringsstelsel
Maken opdrachten: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8

Slide 20 - Slide