4.6 Organismen Determineren

Thema 3 - Ordening

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 3 - Ordening

Slide 1 - Slide

Thema 3 - Ordening
3.1 - Organismen ordenen
3.2 - Bacteriën en schimmels
3.3 - Planten
3.4 - Dieren
3.5 - Geleedpotigen en gewervelden
3.6 -  Organismen determineren

Slide 2 - Slide

Determineren

Slide 3 - Slide

Determineren
1b

Slide 4 - Slide

Determineren
1b-3a

Slide 5 - Slide

Determineren
1b-3a-4a

Slide 6 - Slide

Determineren
1b-3a-4a-5b stekelhuidige

Slide 7 - Slide

Determineren
Bij determineren begin je steeds bij stap 1 en noteer je elke stap die je verder neemt

1b-2a-3b-6a Zee egel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 10 - Slide

3.6 - Organismen determineren

Slide 11 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kunt een determineertabel van verschillende organismen gebruiken 

Slide 12 - Slide

Wat is een soort?
A
Een groep organismen die veel op elkaar lijken
B
Een groep organismen die met elkaar samen leven
C
Een groep organisme die samen vruchtbare kinderen kunnen krijgen
D
Een groep organismen die dezelfde bouw hebben

Slide 13 - Quiz

Waardoor kunnen we organismen nu beter indelen dan vroeger
A
Door de uitvinding van de microscoop
B
Door de uitvinding van de computers
C
Door de kennis over het DNA
D
Doordat we nu meer dieren met elkaar kunnen kruisen

Slide 14 - Quiz

Wat is 'determineren'
A
Het bepalen van de naam van een dier
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het ordenen van planten en dieren

Slide 15 - Quiz

Determineer de vogel in de afbeelding met behulp van de tabel.

Welke vogel is het?
A
Kiekendief
B
Zilverplevier
C
Kleine plevier
D
Bontebekplevier

Slide 16 - Quiz

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 17 - Drag question

Determineer deze mug.
A
Langpootmug
B
Steekmug
C
Steltmug
D
Tijgermug

Slide 18 - Quiz

Welke kenmerken horen bij de stammen?
Neteldieren 
Wormen
Weekdieren 
Stekelhuidigen
Geleedpotigen 
Gewervelden
Geen skelet, vangarmen met netels.
Geen skelet. 
Zacht lichaam, heeft een huisje of schelp.
Stekels of knobbels op huid.
Uitwendig skelet (pantser), leden als poten. 
Inwendig skelet, met wervels.

Slide 19 - Drag question

Een determinatietabel kun je gebruiken om een plant te determineren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat is determineren?


A
Het ordenen van soorten met behulp van afbeeldingen.
B
Het op naam brengen van soorten met behulp van afbeeldingen.
C
Het op naam brengen van soorten met behulp van kenmerken.
D
Het ordenen van soorten met behulp van kenmerken

Slide 21 - Quiz

Voor gewervelden geldt:
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Asymmetrisch met skelet
D
Asymmetrisch zonder skelet

Slide 22 - Quiz

Hoeveel groepen gewervelden zijn er?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 23 - Quiz


De pinguïn is een
......

Je leert waarom bij het thema ordenen
A
Vis
B
Zoogdier
C
Vogel
D
Insect

Slide 24 - Quiz

Om het dierenrijk te ordenen gebruiken we het kenmerk:
A
Cellen
B
Huid
C
Skelet
D
Wervelkolom

Slide 25 - Quiz

Bij welke groep van de geleedpotigen bestaat het gehele lichaam uit segmenten (stukjes)?
A
Bij de veelpotigen
B
Bij de insecten
C
Bij de kreeftachtigen
D
Bij de spinachtigen

Slide 26 - Quiz

In de afbeelding is een hooiwagen
getekend. Een hooiwagen is een
geleedpotig dier. Tot welke groep van de geleedpotigen behoort een hooiwagen?
A
Tot de veelpotigen
B
Tot de insecten
C
Tot de kreeftachtigen
D
Tot de spinachtigen

Slide 27 - Quiz

Welke gewervelden hebben eieren met een leerachtige schaal?
A
Vissen
B
Amfibieen
C
Reptielen
D
Vogels

Slide 28 - Quiz

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 29 - Quiz

We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen.

Tot welke klasse/groep behoort een krekel?
A
duizendpoten/veelpotigen
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen

Slide 30 - Quiz


Biologen hebben alle organismen 
op aarde in groepen ingedeeld. 
Welke overeenkomsten hebben 
de dieren in de afbeelding?  
A
Huidbedekking
B
Geboren uit een kalk ei
C
Wervelkolom
D
Manier van voortbewegen

Slide 31 - Quiz

Aan het werk
Huiswerk: Bs 6 ordening 1 t/m 7 
klaar: oefenen op biologiepagina.nl
timer
5:00

Slide 32 - Slide