De verspreiding van de het christendom en standplaatsgebondenheid

De verspreiding van het christendom
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De verspreiding van het christendom

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

In welk tijdvak werd het christendom over West-Europa verspreid en ontstond de islam?

Slide 3 - Open question

500-1000

Tijd van monniken en ridders

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Clovis
465 - 511
  • Rond 500 werd het Frankische rijk machtig onder leiding van Koning Clovis.
  • Clovis dwingt al zijn onderdanen om Christen te worden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Europa kerstenen (christelijk maken)
Frankische koningen kregen hulp van missionarissen.

Dit waren geestelijken, die op pad gingen om Germaanse heidenen te kerstenen. 

Willibrord en Bonifatius. 

Slide 9 - Slide

Bonifatius
De opvolger van Willibrord, Bonifatius, probeerde ook de Friezen te bekeren. 
Maar...hij werd bij Dokkum door de Friezen vermoord.

Slide 10 - Slide

Vermenging christendom en germaanse tradities. 
-  De belangrijkste christelijke feesten werden op Germaanse feestdagen gevierd. (Pasen- Lentefeest)

1000 was geheel West-Europa gekerstend.

Slide 11 - Slide

Wie/Wat zijn geestelijken?

Slide 12 - Open question

Soorten geestelijken
  • Paus de leider van de kerk
  • Bisschoppen zijn helpers 
  • Paus + Bisschoppen = hoge geestelijken
  • Hoge geestelijken hadden veel macht en rijkdom
  • Lage geestelijken waren vaak pastoor van een klein gebied
  • Of leefden in kloosters als non of monnik
  • Geestelijken konden lezen en schrijven

Slide 13 - Slide

Kloosterleven
  • Nonnen / monikken 




  • Klooster was groot complex met landerijen, school, ziekenzaal etc. 
Ze leefden in afzondering, volgens kloosterorde (regels). Ze mochten bijv geen bezit hebben, veel bidden en werken. 
Abt/Abdis was hoofd van het klooster.

Slide 14 - Slide

leven in een klooster:
  • leven afgescheiden van de samenleving.
  • mogen geen bezit hebben.
  • gehoorzamen aan de abt of abdis: het hoofd van het klooster.
  • monniken en nonnen.



Slide 15 - Slide

timer
1:00
Kloostergang
Schrijfzaal
Kloostertuin
Begraafplaats
Kapel
School
Kerk

Slide 16 - Drag question

monniken
natuurgoden
kloosters
saksen en friezen
frankische koningen
missionarissen

Slide 17 - Drag question