Spieren Les 4

• Trainingskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Spieren Les 4

To do: 

1. Theorie 

2. Korte pauze

3. Pubquiz

4. Kernwoorden doornemen

Voorkennis 

10 minuten 

 Spieren en bewegingen

Concentrisch

Wat gebeurt er met de spier?

Excentrisch

Wat gebeurt er met de spier?

Isometrisch

Wat gebeurt er met de spier?

Fase van aanspanning

Concentrisch en Excentrisch = Dynamisch 

Isometrisch = Statisch

Nu jij!

Kies met je buurman/buurvrouw 3 spieren uit die je wilt trainen. 

Bedenk nu 1 concentrisch oefeningen. 

Bedenk nu 1 statische oefening. 

Bedenk nu 1 excentrische oefening. 

Deel 2

Spierpijn

1. Spierscheurtjes

Door een te grote trainingsprikkel ontstaan er minuscule spierscheurtjes.
Een goede doorbloeding zorgt ervoor dat deze scheurtjes snel helen. Omdat de spier super goed doorbloed is hersteld je snel van spierpijn. 

Spierpijn is GEEN blessure. 

Herstellen van spierpijn: rustige hersteltraining. Zwemmen, wandelen of uitfietsen. Dit stimuleert de doorbloeding. Massage. Warmte. Voldoende drinken (water).

Aanhechtingspunten

De spier zit met tenminste 2 punten vast 

aan botten d.m.v pezen. Wanneer de spier samentrekt bewegen die twee botstukken naar elkaar waardoor beweging ontstaat. 

Belangrijk om te weten: 

Pezen zijn super stevige bandjes die bijna niet scheuren.
Zijn slecht doorbloed waardoor herstel lang duurt.

Welke gewrichten hebben we vorig blok behandeld?

Knie

                                       Heup

                                                                                                              

                                                                                   Elleboog

                                         

Duim

Schouder

Schouder

Welke bewegingen zijn er mogelijk?

Hoeveel assen?

Anteflexie

Retroflexie

Abductie

Adductie

Exorotatie

Endorotatie

Knie

Welke bewegingen zijn er mogelijk?

Hoeveel assen?

Extensie

Flexie

Heupgewricht

Welke bewegingen zijn er mogelijk?

Hoeveel assen?

Anteflexie

Retroflexie

Abductie

Adductie

Exorotatie

Endorotatie

Elleboog

Welke bewegingen zijn er mogelijk?

Hoeveel assen?

Extensie

Flexie

Pronatie

Supinatie

In groepjes

1. De vraag wordt 1 keer gesteld

2. Geef antwoord binnen de tijd. 

3. Stop met schrijven en houd het bordje omhoog.

Zie vragen op de schijf

Kernwoorden

- We kijken alle kernwoorden tot nu toe na. 

- Verander waar nodig.