lezen 1.2: tekstopbouw, kernzinnen, hoofdgedachte,tekstverband

Nederlands
Tekstopbouw, kernzinnen, hoofdgedachte, tekstverbanden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands
Tekstopbouw, kernzinnen, hoofdgedachte, tekstverbanden

Slide 1 - Slide

Les 1: Lezen
Doel van deze les:
- Je kunt de opbouw van een tekst herkennen.
Je kent de termen:
driedeling
tweedeling
inleiding - kern - slot
alinea's

Slide 2 - Slide

Tekstopbouw
Een tekst heeft altijd een bepaalde opbouw, dit noem je tekstopbouw.
De tekstopbouw kan op twee manieren voorkomen:
driedeling: inleiding - kern - slot
tweedeling: inleiding - kern

Slide 3 - Slide

Inleiding
In de inleiding geeft meestal de informatie over het onderwerp van de tekst. 

Slide 4 - Slide

Kern
De kern is het langste deel van een tekst en behandelt het onderwerp. In de kern kun je vaak deelonderwerpen (alinea's) onderscheiden.

Slide 5 - Slide

Slot
Als de tekst bestaat uit een driedeling bevat de tekst altijd een slot. In het slot staat een korte samenvatting van de tekst of geeft een conclusie. Het slot staat meestal in de laatste alinea van de tekst.

Slide 6 - Slide

Opbouw van alinea's
Elke tekst bevat alinea's. Ook de alinea's hebben een duidelijke opbouw. Een alinea bestaat uit een hoofdmededeling en een uitleg of uitwerking daarvan.
De zin waar de hoofdmededeling in staat noemen we de kernzin. De kernzin is meestal de eerste, tweede of laatste zin van de alinea. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp van een tekst zegt. 
Hoe vind je de hoofdgedachte?
1. Je zoekt het onderwerp van de tekst;
2. je stelt jezelf de vraag wat het belangrijkste is wat de schrijver over het onderwerp zegt. Je formuleert het antwoord in een zin. 

Kijk het filmpje over hoofdgedachte en onderwerp.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video