3.4 & 3.5 - chromosomen en celdeling

Thema 3:
Cellen en organen


Basisstof 4: Chromosomen
Basisstof 5: Celdeling

vmbo kgt
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Thema 3:
Cellen en organen


Basisstof 4: Chromosomen
Basisstof 5: Celdeling

vmbo kgt

Slide 1 - Slide

Planning

  • Herhaling basisstof 1 t/m 3
  • Uitleg chromosomen en celdeling
  • Keuzewerktijd
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Welk antwoord is geen orgaan?
A
Hart
B
Nier
C
Verteringsstelsel
D
Dikke darm

Slide 3 - Quiz

Hoe heet dit orgaan?

Slide 4 - Open question

Hoe heet dit orgaan?
(meervoud)

Slide 5 - Open question

Welk onderdeel regelt alles in de cel?
A
Celwand
B
Cytoplasma
C
Celmembraan
D
Celkern

Slide 6 - Quiz

Welk celorganel hebben dierencellen NIET?
A
Celmembraan
B
Cytoplasma
C
Celkern
D
Vacuole

Slide 7 - Quiz

Welk celorganel geeft planten een groene kleur?
A
Bladgroenkorrel
B
Celkern
C
Vacuole
D
Celwand

Slide 8 - Quiz

Noem 1 orgaanstelsel

Slide 9 - Open question

Deze cel is van een..
A
Plant
B
Dier

Slide 10 - Quiz

Een groepje cellen met dezelfde vorm en functie is een...
A
Orgaan
B
Organisme
C
Weefsel
D
Celorganel

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je omschrijven dat de chromosomen de erfelijke eigenschappen bevatten.
  • Kun je vertellen waar de chromosomen liggen in de cel.
  • Kun je uitleggen wat DNA is.
  • Kun je de celdeling omschrijven.

Slide 12 - Slide

Erfelijke eigenschappen

Erfelijke eigenschappen, krijg je van je ouders. 

Ze bepalen hoe je lichaam eruit ziet en werkt!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Chromosomen
De erfelijke eigenschappen zijn opgeslagen op de chromosomen.

Chromosomen liggen in de celkern.

Slide 15 - Slide

Chromosomen
Een mens heeft 46 chromosomen, alle erfelijke eigenschappen zijn hier opgeslagen.

Elke cel heeft dus ALLE informatie van jouw lichaam.

Slide 16 - Slide

De cellen in de lever bevatten informatie over jouw haarkleur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Verschillende cellen

Elke cel heeft ALLE erfelijke informatie, MAAR een cel gebruikt alleen de informatie die hij nodig heeft!

Een spiercel heeft dus wel informatie over de botten, maar gebruikt deze informatie niet!

Slide 18 - Slide

DNA
De chromosomen zijn gemaakt van een stofje, DNA

DNA vormt de 'code' voor jouw erfelijke informatie. 

Slide 19 - Slide

Hebben Gervinho en Jeppe hetzelfde DNA?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 20 - Quiz

DNA
DNA is bij iedereen anders, het maakt jou uniek!

DNA heeft verschillende stukjes met verschillende informatie. 
1 stukje voor haarkleur, ect. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Nieuwe cellen
Jouw lichaam heeft biljoenen cellen. Elke dag verlies je 50 miljard cellen. 

Deze cellen moeten vervangen worden met nieuwe cellen!

Slide 23 - Slide

Celdeling
Nieuwe cellen worden gemaakt door celdeling

De moedercel splits zich in twee dochtercellen
Denk aan klonen!

Slide 24 - Slide

De cellen die ontstaan bij celdeling noem je...
A
moedercellen
B
dochtercellen
C
vadercellen
D
zooncellen

Slide 25 - Quiz

Stappen van celdeling

  1. Alle chromosomen in de celkern worden gekopieerd.
  2. De celkern verdubbelt zich. Elke celkern die ontstaat, krijgt één complete set chromosomen.
  3. De moedercel splitst zich in tweeën. Elke dochtercel krijgt één celkern.
  4. De dochtercellen groeien, doordat de hoeveelheid cytoplasma toeneemt.

Slide 26 - Slide

Om te groeien heb je meer cellen nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Als er iets kapot gaat in je lichaam heb je nieuwe cellen nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Hoe groter iemand is, hoe meer cellen die persoon heeft
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Keuzewerktijd:

  • Nakijken huiswerk
  • Maken 3.4 en 3.5 
  • Knip, kleur en plakblad organen 
  • Oefentoets maken
  • Samenvatten, begrippenlijst maken, leren voor toets

Slide 30 - Slide