werkwoorden in de verleden en voltooide tijd (KOFSCHIP)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

werkwoorden in de verleden en voltooide tijd

Hoe goed gaan bij jou de werkwoordsvormen?

😒🙁😐🙂😃

Verleden tijd

Voltooide tijd

Tegen-woordige tijd

Hij beantwoordde de vraag.

De vraag is beantwoord.

Beantwoord je de vraag?

Hij schrijft

Hij schreef

Hij heeft geschreven

Ze is gestart.

Maria startte

gewandeld

wandelde

wandelt

De verleden tijd

Weet je het nog?

De verleden tijd gebruik je als iets in het verleden gebeurde. Dat kan lang geleden, maar ook een paar minuten geleden zijn.: Ik belde net met mijn zus.

zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden 

Sterke werkwoorden veranderen van klank 

(kopen-kochten- gekocht)

Zwakke werkwoorden krijgen

stam      + te of + de  (maakten   -  belden)

De kinderen.......... (fietsen) gisteren samen naar de bakker.

1. fietst
2. fietste
3. fietsten
4. fietstte

ik

jullie

raadde

Tekst

geeuwden

proefde

vertrouwden

Jij ............... mijn bericht heel snel.

1. beantwoorde
2. beantwoordde
3. beantwoorden
4. beantwoordden

stam: beantwoord

laatste letter in 't ex kofschip?

NEE.

Dus: de

beantwoordde

Hij .... (beantwoorden) de telefoon niet, hoe vaak ik hem ook belde.

1. beantwoordt
2. beantwoorde
3. beantwoordde
4. beantwoorden

wij .......... vlug de tijd.

1. noteerde
2. noteerdden
3. noteerden
4. weet niet

stam: noteer

laatste letter in 'ex kofschip?

NEE.

Dus: de

Noteerde

.......... jij ook al dat de les niet doorging?

1. vermoede
2. vermoedde
3. vermoedden
4. weet niet

stam: vermoed

laatste letter in 'ex kofschip?

NEE

Dus: de

vermoedde

De docent ....... de hele les.

1. praat
2. praatte
3. praatten
4. weet niet

Stam: praat

laatste letter in 't ex kofschip?

JA

Dus: te

praatte

Wij ........... lekker voor onze gasten.

1. koken
2. kookte
3. kookten
4. weet niet

stam: kook

laatste letter in 't ex kofschip?

JA

dus: ten

kookten

let op!

verhuizen

stam: verhuiz

Z veranderd in 's'

verhuisde

en.. let op!

verven

stam: verv

'V' veranderd in 'f'

verfde

Sterke werkwoorden: veranderen van klank

En nu: het voltooid deelwoord

Wat is het voltooid deelwoord? 

Het is een werkwoord in een zin.

Het is niet de persoonsvorm.

(Hoe kun je deze vinden?) 

Ook hier moet je kijken of het zwak of sterk is. 

Een voltooid deelwoord vertelt dat iets klaar is of afgelopen. Dit is de voltooide tijd.

Noem
voltooid deelwoorden

Voltooid deelwoord- zwak ww

1. Haal -en van het werkwoord af
2. Zet ge- vooraan het woord
3. Kijk naar de laatste letter 

Voltooid deelwoord

Pakken                               pak                      gepakt

Leggen                              leg                       gelegd

Doden                                dood                   gedood

Hopen                                hoop                   gehoopt

Kussen                               kus                       gekust

Voltooid deelwoord- je herkent het zo: 

1. er staat altijd een ander werkwoord bij een voltooid deelwoord  (een vorm van   zijn, hebben, worden)

2. het begint vaak met ge, of be, ver, ont 

Ik BEN geboren

Jij HEBT gewerkt

Ik WORD geknipt

Hij HEEFT verloren

Ik heb gisteren in de tuin (werken)..

1. gewerken
2. gewerkt
3. gewerkd
4. werkte

Wat is goed?
Hij heeft mij een spannend verhaal... (vertellen)

1. vertelt
2. verteld
3. gevertelt
4. geverteld

Ik heb heel lang (geloven) dat kabouters bestaan.

1. geloofd
2. gelooft
3. geloven
4. geloofde

Dus: hoe herken je een voltooid deelwoord in de zin? 

1. Er staan ALTIJD twee werkwoorden in een zin. 

 

Het hulpwerkwoord is altijd: zijn, hebben of worden.

2. Begint vaak met ge, be, ont, ver, her

Ik HEB GEwerkt 

Ik BEN te laat GEkomen

Hij WERD netjes ONTvangen 

Hoe goed gaan bij jou nu de werkwoordsvormen?

😒🙁😐🙂😃